Treinramp Harmelen, 1962 -2012
Modernisering van het spoorwegnet Eind vijftiger jaren is NS volop aan het moderniseren. Niet alleen stroomt nieuw materieel binnen, ook de modernisering van de infrastructuur en de beveiliging is volop gaande. De periode van de naoorlogse wederopbouw is met de beëindiging van het stoomtractietijdperk in 1958 in feite beëindigd. Het hoofdrailnet was geëlektrificeerd of hersteld van oorlogsschade daarvan. Nieuwe beveiligingstechnieken waarin de rol van betrouwbare relaissystemen werden uitgebouwd en in moderne seinhuizen toegepast. Veel seinhuizen met mechanische seininrichtingen werden in de jaren rond 1960 vervangen door centrale posten, waarbij de treindienstleider een compleet station, veelal met de toeleidende baanvakken via bedieningstoestellen de wissels en seinen centraal kon bedienen. Vrijwel alle grotere stations kregen een centraal seinhuis (post T) met het NX-beveiligingssysteem, AR (All Relayed) of CVL (Centrale Verkeers Leiding). Niet alleen de efficiëntie werd hiermee bevorderd, maar ook een veiliger treinverkeer. Immers, de systemen mochten als fale safe beschouwd worden. De baanvakken werden ingericht met seinen van het toen als modern beschouwde lichtseinstelsel 1955, waarbij de seinpaal was uitgerust met drie aparte lamphouders boven elkaar in het sein. Rood onder, geel midden en groen boven. Daarbij mocht uitgegaan worden, dat machinisten onder alle omstandigheden de seingeving voor hun trein opvolgen en waren daartoe grondig opgeleid, zowel wat baanvakbekendheid als materieelbekendheid betreft. Het Nederlandse spoorwegnet, aldus uitgerust met moderne beveiligingssystemen, kende toen nog vrijwel gelijkvloerse kruisingen van baanvakken en spoorlijnen. Aan de ontwikkeling van treinapparatuur (ATB) werd gewerkt en gekozen moest worden voor een in Nederland goed werkend systeem. De baanvakken Harmelen Utrecht, Harmelen Breukelen (geen tussenblokseinen) en de NX Woerden (emplacement en baanvak t/m Harmelen) kwamen met lichtseinstelsel 1955 in dienst op 28 mei 1961. Het baanvak Woerden Gouda was al op 4 oktober 1952 voorzien van daglichtseinen volgens het lichtseinstelsel 1946 en in 1961 omgebouwd met stelsel 1955 met deels seinpalen van het stelsel 1946, tevens kwam op 30 september 1962 beveiligd links rijden hier in dienst. De ATB was in 1961/1962 nog niet beschikbaar. (Bron: Sporenplan.nl).
Woerden - Harmelen Het spoorwegtraject Utrecht - Gouda is één van de drukste lijnen van Nederland. Het baanvak Woerden - Harmelen maakt deel uit van de spoorlijnen (Rotterdam/Den Haag -) Gouda - Utrecht en Gouda - Breukelen ( - Amsterdam). Bij Harmelen Aansluiting (Hlma) vindt de samenvoeging, resp. splitsing plaats van deze spoorlijnen in/uit verschillende richtingen. Treinen kruisen elkaar gelijkvloers via wissels en wisselverbindingen. De precieze plaats van Hlma ligt in de weilanden bij het buurtschap de Putkop in de gemeente Kamerik, ten noorden van Harmelen waar de lijnen Woerden - Utrecht en Woerden - Breukelen zich splitsen. De treinen vanuit Woerden richting Breukelen moeten een klein stukje op het tegenoverliggende spoor Utrecht - Woerden rijden om het wissel richting Breukelen te kunnen nemen. Deze zogenaamde getrapte oversteek betekent dus een klein stukje Linker Spoor rijden.
In 1962 is de dienstregeling zorgvuldig in elkaar gevlochten om de snel- en stoptreinen tussen Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Utrecht hier soepel langs elkaar te leiden. Ieder uur herhaalt zich hetzelfde patroon met de volgende rijwegen:
Als alle treinen op tijd rijden is hier sprake van een normale, door de beveiliging afgedwongen, veilige situatie. Ook bij vertraging is sprake van een veilige seingeving, maar dan moet de treindienstleider wel keuzes maken in de afhandeling van de treinvolgorde (welke trein dient zich als eerste aan en wat is de keuze t.o.v. de andere te verwachte treinen), omdat de treinen elkaar dan "in de weg" kunnen zitten en er afhandelingsconflicten kunnen optreden die een ongewenste grotere vertraging kunnen veroorzaken.
Maandag 8 januari 1962 Op de ochtend van maandag 8 januari 1962 hangt er een dichte mist in het polderland tussen Utrecht en Woerden. Het zicht is hooguit 150 meter. Sneltrein 164, onderweg van Leeuwarden naar Rotterdam, vertrekt die dag 6 minuten te laat uit Utrecht. De sneltrein bestaat uit 11 rijtuigen met de zware elektrische locomotief 1131 ervoor. De sneltrein heeft naar schatting 900 passagiers. Op de bok van de 1131 zit de ervaren Pieter van der Leer, die al sinds april 1957 op dit baanvak rijdt. Rond 9.18 uur moet de stoptrein bij Harmelen via wissel 5B het spoor Woerden - Utrecht verlaten om langs wissel 5A op het andere spoor te komen. Bij wissel 3 volgt dan de aftakking naar Breukelen. Dat punt zou sneltrein 164 vier minuten eerder, om 9.14 uur, gepasseerd moeten hebben, maar die trein is nu te laat. De treindienstleider op Post T heeft op het NX-tableau de instellingen eerst zo gemaakt dat stoptrein 464 voor het wissel 5B bij sein 16 moet stoppen om op de sneltrein te wachten. Maar omdat de sneltrein zich dan nog niet heeft aangekondigd, zet hij de wissels 5B, 5A en 3 om en geeft de stoptrein groen licht voor de richting Breukelen. Maar op dat NX-tableau zijn de instellingen voor de stoptrein dan al gemaakt en die trein is al onderweg, te laat om de sneltrein nog voor te laten gaan. Sein 16 staat nu op groen voor de richting Breukelen. Het sein 8, kort voor wissel 3 op het spoor Utrecht - Woerden, komt daardoor op rood te staan. 1000 meter vóór sein 8 moet vooraankondigingssein P713 geel licht vertonen. Sneltrein 164 rijdt nu met een snelheid van 125 km/u in de dichte mist op dat gele sein af. Stoptrein 464 kronkelt dan met 60 km/u over de wisselstraat 5A/B hetzelfde spoor op. Het wordt de grootste treinramp in de Nederlandse geschiedenis: 93 mensen, waaronder de beide machinisten, komen om het leven bij de botsing, 54 anderen raken zwaargewond.
De herinnering blijft
Mijn persoonlijke herinneringen aan dit spoorwegongeval staan nog helder op mijn netvlies. Toen het ongeval gebeurde, op 8 januari 1962 was ik net een maand eerder 15 jaar geworden. Op die maandag kwam ik in de middagpauze uit school (2e klas RK Jongensschool St. Aloysius MULO) en hoorde toen wat er was gebeurd op de radio. Ik woonde toen in Hilversum en er zouden ook slachtoffers uit mijn woonplaats bij te betreuren zijn. Mijn ouders hadden net televisie en 's avonds waren er de eerste journaalbeelden. Wat ik daar toen op zag was werkelijk schokkend. Het heeft grote indruk op me gemaakt. Als jong en beginnend spoorweghobbyist een aangrijpende gebeurtenis. In feite beschouw ik dat als het startmoment van mijn spoorhobby (met een bizarre aanleiding), want - net als iedereen - wilde ik weten hoe dat kon gebeuren. Ik verzamelde alle krantenberichten. Mijn belangstelling voor het machinistenvak, het seinwezen, de seinstelsels, treindienst- en verkeersleiding werd toen geboren. In latere jaren heb ik heel wat NX-seinhuizen bezocht (Hilversum, Naarden-Bussum, Amersfoort, Rotterdam), want ik wilde alles van dit - toen moderne - systeem weten. Met mijn Hilversumse spoorhobbyvrienden werd er lang en diep over gesproken. De seinstelsels zijn mij nu wel bekend en in mijn latere loopbaan bij NS bij o.a. bij de Dienst Tractie en Materieel en bij Verkeersleiding ben ik nog regelmatig met de materie in contact geweest.
Een monument: wat ging er aan vooraf Na de uitgave van Fictoors boek in augustus 2008 heeft hij contact gezocht met de regionale omroep RTV Utrecht. Die had wel belangstelling voor het onderwerp en wilde een gesprek organiseren waarbij ook NS aanwezig zou zijn. NS voelde daar toen niets voor en de plannen gingen niet door. NS nodigde Hans Fictoor uit voor een gesprek in Utrecht. Dat resulteerde alleen maar in een verwijzing naar het reeds bestaande Landelijk Monument dat bij Hoofdgebouw III alle (anonieme) treinongeval- slachtoffers herdenkt. Begin 2008 kwam ik in contact met Hans Fictoor, zoon van de omgekomen machinist Pieter Fictoor. Deze was op zoek naar informatie over de vakbond St. Rafael om in contact met nabestaanden te komen en deed ook via internet een oproep. Begin 2008 was hij nog aan het schrijven voor zijn boek, dat hij als een persoonlijk monument voor zijn omgekomen vader wilde uitgeven. Via mijn website kregen we contact en wisselden wat informaties uit. Nico Spilt (website Langs de Rails) en Cor de Rijke (website Feijenoordse meesters) werden ook geïnformeerd en we besloten gezamenlijk op onze websites aandacht te besteden aan het boek van Hans Fictoor en de latere plannen voor een op te richten monument en alle krantenberichten die daarover verschenen. We waren allemaal gedreven door de gedachte, dat een dergelijke treinramp, ook na 50 jaar, niet in het historisch besef verloren zou mogen gaan. De aandacht voor het boek leidde ertoe, dat er al een boek verkocht was, nog voor het was gedrukt….
Dorpsplatform Harmelen: van boek naar monument Het boek van Hans Fictoor werd voor het eerst in augustus 2008 uitgegeven. Voor de uitgave bleek grote belangstelling te bestaan en vooral uit onverwachte hoek. Uiteindelijk lag hiermee toch de weg open om te komen tot een fysiek monument, op gepaste afstand van de plaats des onheils. Samen met de gemeente zocht men naar een geschikt stukje gemeentegrond wat werd gevonden nabij het spoorviaduct de Putkop, op een paar honderd meter van de rampplek, de vroegere gelijkvloerse spoorwegovergang. Er was een Woerdense kunstenaar, Taeke de Jong, beschikbaar en er werd gezamenlijk besloten de namen van de slachtoffers op het monument op te nemen met de gedachte de slachtoffers uit de anonimiteit te willen halen. De NS stond aanvankelijk afwijzend tegen een monument langs de spoorbaan en wees op het al bestaande monument bij haar hoofdgebouw in Utrecht, dat speciaal als herdenkingsplaats voor alle nabestaanden van spoorwegongevallen is gecreëerd. Maar de ontwikkelingen gingen snel.
Zondag 8 januari 2012 Op uitnodiging van de Gemeente Woerden was ik bij de herdenking en de onthulling van het monument aanwezig. Al vroeg op deze zondagmorgen reed ik naar Harmelen vanwege de te verwachte grote toeloop van belangstellenden. Vooraf was aangekondigd, dat voor een aantal genodigden en direct betrokkenen voorafgaand een ontvangst plaats zou vinden in het voormalig restaurant De Putkop aan de Leidsestraatweg in Harmelen (tegenwoordig Het Wokpaleis). Uiteindelijk bleek iedereen welkom en de schatting is dat zo’n 500 mensen de onthulling en/of de bijeenkomst hebben bijgewoond. Onder de gasten waren ook president-directeur de heer Bert Meerstadt van NS, president-directeur van ProRail, mevrouw Marion Gout-Van Sinderen en de Commissaris van de Koningin van Utrecht, de heer Roel Robbertsen aanwezig. Burgemeester Schmidt verwelkomde in zijn openingstoespraak alle belangstellenden. Prof. mr. Pieter van Vollenhoven, oud voorzitter van de Spoorwegongevallenraad en later de Raad voor de Transportveiligheid hield in zijn toespraak een gloedvol betoog over de veiligheid op het spoor en de toegenomen professionalisering van de slachtofferhulp (per 1 februari 2005 is de raad opgevolgd door de Onderzoeksraad voor Veiligheid). Ook noemde hij nog eens nadrukkelijk de beperkingen van het ATB-systeem, in het bijzonder in het lage snelheidsgebied van 40 km. “Laat dit monument een spiegel zijn, want er moet iets veranderen op het spoor”, stelde Van Vollenhoven. Hij noemde de bijeenkomst van vandaag een spiegel die we ons voorhouden om beter met veiligheid om te gaan. Hij was bijzonder blij met de initiatieven voor een herdenking en monument. “Dit monument is een voortreffelijk initiatief. Ik hoop, dat het een spiegel voorhoudt; want het spoorsysteem is verouderd en rood-lichtpassages zoals toen, komen nog altijd voor. Daar moet iets aan veranderen”, zei Pieter van Vollenhoven. En passant noemde hij de rood-lichtpassages (STS, door stoptonend sein rijden) in het recentere verleden, zoals in Eindhoven (1992), Dordrecht (1999), Amsterdam (2004) en Barendrecht (2009) met grote gevolgen voor reizigers en goederen en de nog altijd veel te hoge score STS’en in het (dagelijkse) treinverkeer. Meerdere keren heeft hij de Spoorwegen, de Minister en de politiek dringend gewezen om het systeem uit de jaren vijftig (...) te vernieuwen of te vervangen. "En ongevallen waarvan de oorzaak bekend is, zou je niet meer hoeven te onderzoeken" (....). Op diverse emplacementen is nadien een aantal seinen extra beveiligd (ATB+), maar Europese regelgeving en afstemming traineert de invoering van een volledig nieuw systeem op het bestaande net, zo zei hij. Van Vollenhoven oogstte applaus met zijn toespraak. Voorzitter Ed Janson van het Dorpsplatform belichtte het belang van een blijvende herinnering aan een trieste gebeurtenis. Er zijn veel nabestaanden voor wie dit moment een belangrijke fase in hun leven kan ondersteunen en mogelijk afsluiten. Daarna werd het monument onthuld met het wegnemen van een doek dat over het beeldzuiltje was gehangen. Met een bloemenhulde en een kort stiltemoment werd deze gebeurtenis afgesloten, terwijl de treinen op de hoofdbaan op het traject achter de geluidswal ter hoogte van het monument uit respect er even voor stilhielden. In het restaurant wordt nagepraat. Worden contacten gelegd, adressen uitgewisseld. Op beeldschermen worden historische journaalbeelden vertoond. Na vijftig jaar is dit grootste treinongeval in de Nederlandse geschiedenis op gepaste wijze blijvend gemarkeerd. Ik sprak een man uit Assen die reiziger was in trein 164; hij toonde mij zijn bruine, kartonnen 2e klas treinkaartje: Hoogeveen Rotterdam, op de achterzijde de datum gestanst: 8 januari 1962. Hij zat op een gelukkige plek in de trein. En een vrouw die nu in Frankrijk woont en speciaal was overgekomen voor de herdenking vanwege een omgekomen familielid. En natuurlijk sprak ik ook Hans Fictoor en zijn vrouw; zijn levenswens is in vervulling gegaan. De treinramp is nog lang niet vergeten…. De namen van de 93 dodelijke slachtoffers, waaronder de twee machinisten (Fictoor en Van der Leer) staan vermeld op de twee granieten platen. Op deze platen blijken helaas diverse fouten te staan. Kroesen moet zijn Kroezen. Van de Vegt moet zijn Van der Vegt. Roos moet zijn Roes; zijn geboortedatum moet zijn 3 februari 1922. De geboortedatum van Kwakman moet zijn 24 maart 1908. Achter Zeegers moet een m (man) staan. Dit had zorgvuldig vooraf onderzocht en geverifieerd moeten worden. De gegevens zijn overgenomen uit het officiële politierapport uit 1962, waar dus kennelijk slordigheden in staan. De naam Roes staat echter wel goed op de dodenlijst en is dus door het comité verkeerd overgenomen. In het boek van Ed Janson staan dezelfde fouten en bovendien een verkeerde geboortedatum achter Fictoor. Het comité onderzoekt of de fouten op de granieten platen kunnen worden gecorrigeerd. Klik hier voor meer nieuws. De foute namen op het monument zijn in de loop van maart 2012 hersteld. Zowel de regionale omroep RTV Utrecht als het Nieuwsblad voor Vecht-, Amstel- en Rijnstreek (VAR) besteedden daar aandacht aan. Klik hier en hier.
Bronnen, referenties, weblinks en media In de media en op tal van websites is veel aandacht besteed aan de treinramp. Een overzicht (voorlopige, niet complete en willekeurige selectie):
Historie Harmelen en De Putkop
|