[0] [1]
De RTM in de jaren 1965 en 1966 verdwenen tramwegarcheologie
De opheffing, sloop van de railinfrastructuur en redden wat er te redden viel. Het einde van de RTM betekende het begin van een rijdend museum als cultuurhistorisch railerfgoed. Inleiding In de 20e eeuw lagen er in Nederland tal van regionale en interlokale tramlijnen waarmee reizigers en vooral ook goederen werden vervoerd. Daarmee werden vooral het platteland en de steden en dorpen daarin bediend met goede verbindingen die weer aansluiting gaven op het vaderlandse, nationale spoorwegnet. Zo was de bereikbaarheid van Nederland tot in de haarvaten verdicht. De RTM richtte zich ook op het transport van agrarische producten, vee en bouwmateriaal. Na de Tweede Wereldoorlog kwam ook in Nederland de motorisering goed op gang waardoor voor velen de bereikbaarheid en mobiliteit sterk verbeterde, vooral in de jaren vijftig en zestig. Het (eigen) autobezit nam in die jaren steeds meer toe. Het (snel)wegennet werd verder ontwikkeld en uitgebreid en de woningbouw was volop aan de gang. Steeds meer werden trambedrijven opgeheven of werden vervangen door busdiensten. In de jaren van de opheffing van de tramlijnen van de RTM in 1965 en 1966 werd in Rotterdam al volop gebouwd aan de eerste metrolijn tussen het station Rotterdam Centraal en het winkelcentrum Zuidplein op de linker Maasoever. Deze eerste metrolijn, Noord-Zuidlijn genoemd, was tevens de eerste van Nederland, en bij de opening een van de kortste metrolijnen ter wereld: slechts 5,9 kilometer. Op 9 februari 1968 openden prinses Beatrix en prins Claus in het bijzijn van toenmalig burgemeester Wim Thomassen en RET-directeur drs. C.G. van Leeuwen de metrolijn op het Centraal Station met een rit naar Zuidplein. Met de bouw van de lijn, die ruim zeven jaar duurde, was een bedrag van 170 miljoen gulden (ruim 77 miljoen euro) gemoeid, plus twintig miljoen gulden (negen miljoen euro) aan bijkomende werken. Om de Rotterdammers kennis te laten maken met dit nieuwe vervoermiddel, mocht iedere inwoner eenmaal een gratis ritje maken met de metro. Het metronet is in de jaren daarna sterk uitgebreid en bereikte uiteindelijk ook Spijkenisse.
Van Hilversum naar de RTM Mijn actieve railhobby startte in de zomer van 1962, min of meer naar aanleiding van een trieste gebeurtenis die niet alleen mij - als toen 15-jarige scholier en wonende in Hilversum - volop raakte, maar vrijwel de hele Nederlandse bevolking: de spoorwegramp op 8 januari 1962 bij Harmelen. In augustus 1962 maakte ik op het Amsterdamse Centraal Station mijn eerste spoorfoto’s. Daarna leerde ik enkele Hilversumse en Amsterdamse spoorhobbyvrienden met gelijke interesses kennen en werd ik nog in datzelfde jaar (junior-)lid van de NVBS. Mijn actieve interesse in de RTM dateert van begin 1964. Het laatste volledige jaar van de tramexploitatie bij de RTM op Voorne-Putten heb ik dan ook nog net meegemaakt. Doordat ik ook familie in Rotterdam had wonen, konden vanuit diverse logeerpartijen ook meerdaagse kruistochten naar de RTM gemaakt worden, vaak met stadstramlijn 2 (Charlois) of 3 (Groene Zoom) naar het Stieltjesplein. Het leidde tot talrijke bezoekjes en diverse ritten: in 1964 kocht ik mijn eerste kleinbeeldcamera: een Voigtländer Vito-CLR Lanthar met vaste lens: 50 mm. Alle foto’s en dia’s van de RTM zijn met deze camera gemaakt. Op deze pagina komen de jaren 1965 en 1966 aan bod waarin het (naderende) einde van de RTM nadrukkelijk een railhobby-facet is geweest. Met filmer Ton Pruissen bezocht ik o.m. op 3 november 1964 en 9 augustus 1966 per bromfiets de RTM en zijn zwartwit en kleurenfilms films gemaakt. Op 25 oktober 1964 nam ik deel aan een door de NVBS georganiseerde afscheidsexcursie. De jaren zestig Medio jaren zestig was de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij het allerlaatste regionale trambedrijf in Nederland en had van oorsprong een uitgebreid tramnet waartoe ook diverse veerdiensten behoorden. Deze maatschappij had ook al een uitgebreid busnet. Van haar enorm uitgestrekte tramnet op de Zuidhollandsche en Zeeuwse eilanden was op dat moment nog maar een klein stamnet op het voormalige eiland Voorne-Putten overgebleven. Alle andere lijnen waren al eerder opgeheven. De massamotorisering en verbussing in het begin van die jaren 60 was er de oorzaak van dat voor regionale tramlijnen geen winstgevende exploitatie meer mogelijk was. In Rotterdam kwam in 1968 de eerste metrolijn in bedrijf van het Centraal Station naar Rotterdam Zuid, met een tunnel onder de Maas en vanaf Maashaven op een bovengronds viaduct. Na de jaren van wederopbouw als gevolg van de Tweede Wereldoorlog moest de woningnood voor de groeiende stadsbevolking gevonden worden in stadsuitbreidingen, veelal in de vorm van hoogbouwflats. In die jaren vonden aan de zuidkant van Rotterdam stadsuitbreidingen plaats. Nieuwe wijken ontstonden en omliggende dorpen en plaatsen werden veelal geannexeerd en ook volgebouwd. Hoogvliet, Poortugaal, Rhoon en Spijkenisse, langs de belangrijke vervoersas Groene Kruisweg (thans S 102), groeiden en werden later na de verlenging van de noord-/zuidmetrolijn bediend. Einde van de RTM Bovenstaande ontwikkelingen leidden tot het besluit de tramdiensten te gaan beëindigen. Aanvankelijk was de RTM van plan haar tramdiensten op het restant van haar tramnet op Voorne-Putten te beëindigen per 1 januari 1965 en deze door busdiensten te vervangen. De uitvoering van dit besluit werd echter een jaar opgeschoven en de opheffing werd in drie fases uitgevoerd:
De RTM, waarvan vrijwel alle aandelen in 1964 in handen van de NS waren gekomen, bleef nog bestaan als busmaatschappij. Daarbij werd de hoofdzetel van het bedrijf verplaatst van Rotterdam naar Zierikzee. In 1978, honderd jaar na de oprichting, ging de RTM, met twee andere voormalige stoomtrambedrijven Streekvervoer Walcheren (SW) en Zeeuws-Vlaamse Tramweg-Maatschappij (ZVTM), op in de N.V. Streekvervoer Zuid-West-Nederland (ZWN), eveneens te Zierikzee. Deze maatschappij is per 1 mei 1999 opgegaan in het conglomeraat Connexxion, waarin ook oud trambedrijf NZH is opgenomen. Oostvoorne, 23 september 1965
Deltaplan maakt de eilanden beter bereikbaar Met het gereedkomen van de dammen van het Deltaplan verdwenen ook de veerdiensten van de RTM. Het laatste veer, tussen Zijpe en Anna Jacobapolder ging uit de vaart met de voltooiing van de Philipsdam in 1988. Meteen in 1966 ontfermde de Tramweg Stichting (TS), opgericht door de NVBS zich over een deel van het materieel. De gedachte hierachter was: “redden wat er te redden valt” en te komen tot een mogelijk museum. In Hellevoetsluis werden de eerste aanzetten daartoe genomen. Maar de verdere plannen om daar een museumlijn te stichten mislukten door tegenwerking van de lokale overheid. In het voorjaar van 1989 verhuisde de collectie naar Ouddorp waar in het duingebied van De Punt aan het Grevelingenmeer wel de ruimte was om een toeristische tramlijn te exploiteren, inclusief een tracé over de Brouwersdam. Begin 1964 raakte ik geïnteresseerd in de RTM. Dat was nog nèt op tijd, om het trambedrijf op Voorne-Putten met de lijnen Rotterdam Zuid Spijkenisse Oostvoorne en Spijkenisse Hellevoetsluis in “”ongeschonden” staat nog volledig mee te maken in zijn laatste, volledige exploitatiejaar. Naderend onheil In de loop van 1964 waren er voortekenen, dat de RTM per 1 januari 1965 de tramdiensten op het resterende net op het Zuidhollandse eiland Voorne-Putten zou gaan beëindigen. Daarmee zou ook een einde komen aan smalspoortramlijnen (spoorwijdte van 1067 mm) in Nederland. Ook een einde aan het laatste restant van cultuurhistorisch railerfgoed, namelijk het transport van passagiers en goederen tot in de haarvaten van het platteland in een periode dat de (auto)mobiliteit nog schaars was. Grote groepen van de bevolking waren van deze vorm van vervoer in het naoorlogse Nederland afhankelijk. De laatste nog in exploitatie zijnde lijnen waren die van Rotterdam naar Spijkenisse en vandaar een tak naar Oostvoorne en naar Hellevoetsluis. Het ooit zeer uitgebreide net was al drastisch ingekrompen en op Schouwen Duiveland, Goeree Overflakkee en in de Hoekse Waard al verdwenen. Het voorgenomen besluit de tramdiensten bij de RTM te gaan staken, bracht in onze railhobby de nodige onrust. Per wanneer? Laatste rit? Wat kon er vanuit de gedachte aan het willen bewaren van historisch railerfgoed nog ondernomen worden? Dat leidde bij de NVBS tot de oprichting van de Tramweg Stichting met het doel zoveel mogelijk nog beschikbaar trammaterieel veilig te stellen en mogelijk in de toekomst als museum opnieuw te exploiteren. In Hoorn Medemblik kwamen initiatieven tot stand voor de oprichting van een museumlijn. Zie foto’s hiervan op deze website, klik op deze pagina. Op 25 oktober 1964 hield NVBS, zich zéér bewust van een verdwijnend tijdperk, een afscheidsexcursie naar de RTM. Een verslag hiervan staat al beschreven op deze pagina. Maar wat gebeurde er daarna? Zoals hiervoor al beschreven, werd de uitvoering van het besluit per 1 januari 1965 de tramdiensten definitief te staken opgeschoven en gefaseerd ingevoerd. Dat had alles te maken met het andere besluit om de tramdiensten door busdiensten te gaan vervangen en daar waren de lokale bestuurders en de RTM-directie het niet steeds unaniem over eens. Uiteindelijk kon een gefaseerde invoering gerealiseerd worden zoals aangegeven. Hellevoetssluis, 14 februari 1966
M1806 en M67 in actie bij opbraak Vrijwel direct na de algehele stillegging en beëindiging van de tramdiensten werd de railinfrastructuur onttakeld. Op deze pagina staan enkele foto’s m.b.t. de afbraak en sloop. De motorwagens M 1806 en M67 waren dus betrokken bij de opbraakwerkzaamheden van de trambaan na de opheffing van het trambedrijf op Voorne-Putten op 14 februari 1966, waardoor ze na de stillegging nog relatief vaak te fotograferen waren. Als dienstmaterieel werden bakwagens, gesloten wagens en platte wagens gebruikt. De tramlijnen zijn vanaf de Centrale Werkplaats (aan de Kromme Zandweg) door een sloperij afgebroken, de RTM telefoonlijn is wel door RTM personeel afgebroken evenals het spoor tot aan station Rosestraat en de Centrale Werkplaats. De rijdende collectie van de RTM is terug te vinden op haar website en ook in de Nederlandse Museum Materieel Database (NMMD).
Tastbare herinneringen In het landschap en in de dorpen en steden is de RTM nog altijd aanwezig. Voormalige havens, stationsgebouwen, en trambruggetjes hebben de tand des tijds doorstaan. Medewerkers van de RTM maakten een aantal jaar geleden een inventarisatie. De staan op de website van de RTM. Klik hier. Op de voormalige baantracés werden soms fietspaden aangelegd of verdwenen ze bij wegverbredingen. Topografische veranderingen Topografie is het nauwkeurige beschrijven en vastleggen van een landstreek, plaats of terrein, de wegen en de bebouwing daarin en de inrichting van een gebied door middel van kaarten. Uiteraard staan alle spoor- en tramlijnen in verschillende jaren er ook op. Wie geïnteresseerd is in het verloop en de ligging van de vroegere RTM-tramlijnen kan de website topotijdreis.nl een bekijken. Op deze website kan iedereen eenvoudig bekijken hoe een bepaald stukje Nederland er 50, 100 of zelfs 200 jaar geleden uitzag. Door de kaarten van de verschillende jaren te vergelijken is meteen duidelijk hoe Nederland zich heeft ontwikkeld. Zo zijn inpoldering en verstedelijking duidelijk gevisualiseerd. Het Kadaster heeft op 24 september 2015 tijdens de Esri GIS Conferentie topotijdreis.nl gelanceerd om te vieren dat Nederland 200 jaar officieel in kaart is gebracht. RTM-archief Op deze RTM-pagina Achtergronden blikken we met enkele bijzondere foto’s terug naar de jaren 1965 en 1966, waar niet anders aangegeven zijn de beelden eigen foto’s. Bijdragen van anderen zijn benoemd met de naam van de fotograaf en het RTM-archiefnummer. Op deze plaats een woord van dank voor het mogen putten uit het RTM-Archief. Dit archief is thans ondergebracht bij het Streekarchief Goeree Overflakkee in Middelharnis. Er wordt volop gewerkt door vrijwilligers aan de digitalisering van documenten, tekeningen en foto's van dit belangrijke trambedrijf wat zoveel heeft betekend in de Nederlandse mobiliteit. Een stuk railerfgoed wat niet verloren mag gaan. Bij de Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij in Ouddorp is de sfeer nog te proeven en te bewonderen met de oude ambachten die daar bij hoorden. Kijk hier of hier voor recente thema's.
|