Pagina: [1] [Terug]


Intercitymaterieel (ICM, Koploper, plan Z)

De Koploper, Intercitymaterieel (ICM) of Plan Z is een treinstel van NS Reizigers dat voornamelijk gebruikt wordt in Intercitytreindiensten. De eerste treinstellen kwamen in 1978 in dienst. De treinen rijden dagelijks over het Nederlandse spoorwegnet en vormen het basis Intercitynet.

Driewagenstellen
ICM-0
In 1977 zijn de 4001-4007 als protoserie gebouwd door Talbot te Aken. Destijds werden ze aangeduid als IC3 en later als ICM-0 om ze te kunnen onderscheiden van de seriebouw. Ze werden allereerst ingezet tussen Eindhoven en Venlo en later tussen Amsterdam en Nijmegen. Beide trajecten golden als proefgebied om ervaring mee op te doen. Vanaf 1983 stroomde de vervolgserie 4011-4097 in. Bij deze stellen werden diverse zaken anders uitgevoerd dan bij de protoserie. Onder meer de indeling van de ramen, vormgeving van bagagerekken (met luchtdouches), de binnendeuren, de banken en de doorloopkoppen. De doorloopkoppen van de protoserie werden later zodanig aangepast dat ze koppelbaar waren met die van de seriebouw (door de aanwezigheid van Scharfenbergkoppelingen kunnen / konden alle ICM-varianten met elkaar in treinschakeling rijden, maar niet met andere materieeltypen). Desondanks bleven de verschillen groot en mede daardoor werd ICM-0 door NS Reizigers te duur bevonden in het onderhoud.
In 2003 zijn deze zeven Koplopers terzijde gesteld. Enkele treinstellen zijn vervolgens gesloopt door sloperij Dotremont in Maastricht. Nog geheel aanwezig zijn treinstel 4001, dat op Arnhem Goederen staat, treinstel 4004, dat als oefenobject in Ossendrecht in gebruik is, en treinstel 4005, waarvan de AB voor het Nederlands Spoorwegmuseum is en de kopbakken als oefenobjecten bij Falck, voorheen Stator in Utrecht staan. Inmiddels is één kopbak hiervan afgevoerd. Verder is de AB 4007 verbouwd tot AB 4044 ter vervanging van een uitgebrande AB.
De rijtuigen van het type ICR zijn voor een groot deel gebaseerd op het middenrijtuig van ICM-0.

ICM-1 en ICM-2
Tussen 1983 en 1990 zijn de Koplopers 4011-4097 gebouwd. Deze treinstellen hebben twee motordraaistellen (4 aangedreven assen) onder een van de koprijtuigen. De ICM-2's (4051-4097) hebben geen rijweerstanden maar choppers voor het aansturen van de motoren.

Vierwagenstellen
ICM-3 en ICM-4
Tussen 1990 en 1994 zijn er 50 vierdelige Koplopers gebouwd (4201-4250). Deze treinstellen hebben zes aangedreven assen (drie motordraaistellen). De vierdelige Koplopers hebben in tegenstelling tot de driedelige wel magneetremmen. Van treinstel 4231 was van 1996 tot en met 2007 een tweede-klasrijtuig omgebouwd naar eerste klas. Het stel werd daarbij vernummerd tot 4444. Dit treinstel deed tot eind 2006 voornamelijk dienst in de 'Ambtenarentrein' 501/502 (Groningen – Den Haag v.v.). Hoewel het treinstel tegenwoordig weer de normale verhouding 1e-2e klas heeft, draagt het nog steeds het speciale nummer 4444.

Doorloopkop
Het treinstel heeft zijn officiële bijnaam te danken aan zijn karakteristieke doorloopkop. Deze doorloopkop, bedacht door Prof. ir. N.H.C.E. Zeevenhooven, maakte het reizigers, catering en conducteurs mogelijk om tijdens de rit van treinstel te wisselen wat de stationnementen bij combineren en splitsen zou bekorten. Aanvankelijk traden technische kinderziektes op met de doorloopkoppen, maar deze werden vrijwel allemaal door verbeteringen en aanpassingen overwonnen. Het bleef echter een kwetsbare techniek. De doorloopkoppen worden sinds 31 oktober 2005 niet meer gebruikt. Als reden is gegeven dat er door reizigers en treinpersoneel te weinig gebruik van werd gemaakt. Door het afschaffen van de catering op de trein in 2003 was daarvoor ook geen doorloopmogelijkheid meer nodig. Doordat het een ingewikkelde constructie is, zijn de doorloopkoppen nogal onderhevig aan slijtage. De storingen bij koppelen en ontkoppelen, met vertragingen als gevolg, waren een andere reden om ze in 2005 buiten werking te stellen. NS was bij de revisie op zoek naar bezuinigingen en besloot daarom de doorloopkoppen eerst onbedienbaar te maken en bij de latere modernisering zelfs te verwijderen. De besparing is € 200.000 op jaarbasis op onderhoud en voor de totale modernisering bedraagt de besparing € 7 miljoen. NS heeft hiermee het uitgangspunt losgelaten dat tijdens langere ritten tussen ver uiteen gelegen stations - zoals tussen Zwolle en Amersfoort of Assen - de conducteur in de gehele trein moet kunnen komen. Deze besparing vereist dus wel meer personeel of verlaagt het niveau van de dienstverlening. Bij de modernisering van ICM wordt de doorloopkop verwijderd. De deuren aan de voor- en achterkant van de trein worden hierbij ook verwijderd en vervangen door een grote plaat.

Indeling van compartiment
De Koploper was de eerste Nederlandse trein waar vanaf de bouw behalve het gebruikelijke vis-à-vis (met de banken tegenover elkaar) ook de coachopstelling (met de banken achter elkaar) werd toegepast. Bovendien staan de zitplaatsen in de tweede klas ook nog eens verder uit elkaar dan bij andere treinen. In ongemoderniseerde ICM-treinstellen heeft elke reiziger de beschikking over een zogeheten luchtdouche, een uitstroomopening voor koele lucht die door de reiziger zelf kan worden bediend (om de luchtstroom te openen, af te sluiten of van richting te veranderen). Deze voorziening was in ICM-0 nog niet aanwezig en is in het gemoderniseerde ICMm komen te vervallen omdat daar airconditioning in zit. Bij al het Intercitymaterieel zijn boven de ramen leeslampen aanwezig die de reizigers zelf kunnen in- en uitschakelen.

Modernisering
Vanaf november 2006 wordt het Intercitymaterieel gemoderniseerd, te beginnen met de driedelige stellen (serie 4011-4097). In april 2007 is het eerste treinstel door NedTrain werkplaats Haarlem afgeleverd en in de gewone treindienst opgenomen. Ter onderscheiding van de nog niet gemoderniseerde stellen worden de gemoderniseerde treinstellen aangeduid als ICMm. Deze treinstellen hebben een geheel vernieuwd interieur, met ongeveer 13% meer zitplaatsen. Daarnaast is er een duidelijker onderscheid tussen de eerste en tweede klas: de eerste klas heeft rode stoelen, de tweede klas blauwe, net als bij SGMm. Verder is ICMm voorzien van verbeteringen als een rolstoeltoilet, airconditioning, digitale reisinformatie, een digitaal koersbord en een statische omzetter in plaats van de huidige motorgenerator. De modernisering van de driedelige stellen kost € 190 miljoen.
Aan de buitenkant is het gemoderniseerde materieel het beste te onderscheiden van het niet-gemoderniseerde materieel door het op een ronding uitlopen van de blauwe balk rond de ramen, i.p.v. een recht uiteinde en de dichte ramen in lijn met de zijwand. De treinstelnummers zijn verplaatst naar de baanschuivers om ze minder gevoelig te maken voor graffiti.
De doorloopkoppen worden bij deze revisie bij alle treinen verwijderd, de twee deuren aan de buitenzijde worden vervangen door een gesloten kunststof plaat. De nog niet gemoderniseerde ICM-4 4206 en 4248 hebben bij herstel van botsschade ook bij één van de kopdeuren zo'n plaat gekregen, omdat de kopdeuren bij een aanrijding beschadigd waren geraakt. Het totaalgewicht van een treinstel vermindert met ongeveer 1000 kilogram wanneer beide doorloopkopconstructies worden vervangen door kunststof afdekplaten. Dit heeft een gunstige invloed op het energieverbruik en dus de CO2-uitstoot per gereden kilometer.
NS stuitte op veel onbegrip bij de modernisering van de Koplopers, omdat het aantal toiletten gehalveerd werd. Kritiek kwam onder andere van mensen met darmziektes en ouders met kinderen. NS gaf geen gehoor aan deze klachten.
Treinstel 4011 is in november 2006 als eerste gemoderniseerd, om na tests in de Klimaatkamer in Wenen en een serie proefritten, controles en instructies aan het personeel per 16 april 2007 de dienst in te gegaan. De allereerste dienst was in treinserie 1500 (Intercity Amsterdam – Amersfoort – Deventer). Het volgende treinstel, de 4012, was pas in mei 2007 gereed en heeft dan ook niet meteen, zoals eerst gepland, samen met de 4011 een volledig gemoderniseerde trein gevormd.
Wegens technische tekortkomingen reden de eerste vijf gereviseerde treinstellen meestal in de treinserie 1500, maar sinds deze technische tekortkoming is opgelost rijden ze niet meer in een vaste omloop; ze zijn vooral te zien op de trajecten Amsterdam – Amersfoort, Den Haag – Groningen, Den Haag – Enschede, Schiphol - Groningen, Schiphol - Leeuwarden, Schiphol - Enschede, Rotterdam - Deventer en Rotterdam – Leeuwarden.
De verbouwing van de driedelige Koplopers (de 40xx-reeks) duurt tot 2e kwartaal van 2010. In februari 2010 is al begonnen met de seriematige verbouwing van de vierdelige treinstellen (de 42xx-reeks). Deze modernisering zal vermoedelijk tot 2012 duren. Treinstel 4205 is 22 februari 2009 als eerste proefstel binnengenomen in de werkplaats van Haarlem voor modernisering en is begin januari voor het eerst in de dienst gekomen. Hierna zal de 4203 dienen als tweede proefstel, deze zal tevens als eerste mogelijkheden kennen voor draadloos internet waarna de rest zal volgen.

Bron: Wikipedia (Lijst van Nederlands Spoorwegmaterieel)
Meer specificaties en foto’s op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Nederlands_spoorwegmaterieel

Deelseries
7

driewagenstellen 4001 - 4007 ICM-0 In dienst 1977/1978
87
driewagenstellen 4011 - 4097 ICM1/ICM2 In dienst 1983 - 1990
50
vierwagenstellen 4201 – 4230/ ICM3/ }
4232 – 4250 ICM4 } In dienst 1990 - 1994
4444 (was 4231) }



NS treinstel ICMm 4016 bij Moordrecht. Foto: Gerard van Vliet, 17 februari 2008. Het gemoderniseerde drietje heeft een ander uiterlijk en interieur gekregen. Treinstel ICM3-4003, deel uitmakend van de eerste deelserie ICM-0 van zeven treinstellen, is op proefrit van Arnhem naar Amersfoort en vertrekt hier om 13.13 uur van spoor 7 in Utrecht CS; 13 juli 1977.


Op 28 februari 1977 komt het eerste treinstel van de protoserie ICM-0 (eerst als IC3 aangeduid), de 4001, achter e-loc 1124 gesleept, van huisleverancier Talbot uit Aken aan voor een controlestop in Geldermalsen. Foto’s: Peter van der Vlist. Er zouden nog zes treinstellen volgen. De nieuwe naam Koploper werd geïntroduceerd. Na deze prototypes (4001-4007) is er een serie van 87 driewagenstellen gebouwd (4011-4097), waarvan het eerste treinstel in januari 1984 in dienst kwam. ICM volgde de Hondekoppen, Materieel 1954, geleidelijk op in de Intercitydiensten. In 1990 volgde een serie van 50 vierwagenstellen (4201-4250). Op 28 februari 1977 komt het eerste treinstel van de protoserie ICM-0 (eerst als IC3 aangeduid), de 4001, achter e-loc 1124 gesleept, van huisleverancier Talbot uit Aken aan voor een controlestop in Geldermalsen. Foto’s: Peter van der Vlist. Er zouden nog zes treinstellen volgen. De nieuwe naam Koploper werd geïntroduceerd. Na deze prototypes (4001-4007) is er een serie van 87 driewagenstellen gebouwd (4011-4097), waarvan het eerste treinstel in januari 1984 in dienst kwam. ICM volgde de Hondekoppen, Materieel 1954, geleidelijk op in de Intercitydiensten. In 1990 volgde een serie van 50 vierwagenstellen (4201-4250).


ICM-treinstel 4001 met geopende doorloopkop tijdens een proefrit op 24 maart 1977 in Vlissingen. De eerste inzet van dit materieel vond plaats op de lijn Amsterdam – Nijmegen in de treinserie 1800. Het concept van de doorloopkop was niet zo revolutionair als misschien wel wordt gedacht. Al in 1927 (dus precies 50 jaar eerder) verschenen de eerste blokkendozen (materieel ’24) met de mogelijkheid na het combineren van twee treindelen van het ene treindeel naar het andere te lopen. Via de verbonden vouwbalg en langs de zitplaats van de machinist. In die zin week de IC3 natuurlijk af met zijn hooggeplaatste machinist. En uiteraard was de techniek van de doorloopkop afwijkend van de gewone vouwbalg uit de jaren twintig, in dat opzicht was de doorloopkop van de jaren zeventig wel revolutionair. Overigens, de doorloopkop van de jaren twintig vertoonde nauwelijks kinderziektes en ook in dat opzicht verschilde de variant van de jaren zeventig met de 50 jaar oudere uitvoering. Bron en foto: Peter van der Vlist. ICM-treinstel 4001 op een proefrit naar Vlissingen, hier gefotografeerd te Rotterdam Stadion op 24 maart 1977. Links het NS-dienstgebouw. De eerste inzet van dit materieel vond plaats op de lijn Amsterdam – Nijmegen in de treinserie 1800. Foto: Peter van der Vlist.


ICM-treinstel 4001 tijdens een proef- en instruktierit, hier op 24 maart 1977 gefotografeerd te Vlissingen. Links staat treinstel ELD2-265 van het type materieel 1946. Beide neusvormen laten een ontwikkeling zien van bijna 30 jaar materieelbouw De stroomlijnvorm stamt al van 1934 toen de DE3 werd geïntroduceerd. Daarna verscheen in 1935 de elektrische variant: de serie 201-208, ook de Hoek van Hollanders genoemd. Uiteraard is de grote serie materieel ’36 hierop een vervolg, waarna met materieel ’40 de neuslijn minder bol werd maar de raamconstructie nog overeenkomsten vertoonde met mat’36, maar nu hoger was doorgetrokken. Met mat’46 werd de frontpartij als het ware omgekeerd, met de lijnen naar beneden gericht. Bij het mat ’54 en mat ’64 werd een nieuwe, bolle neusvorm geïntroduceerd. Bron en foto: Peter van der Vlist. ICM-treinstel 4001 op 26 maart 1977 als proefrittrein 81202 te Den Haag Laan van NOI (Laa) op weg van Leidschendam naar Den Haag. Links een stoptrein van het type materieel 1964 Plan V. Foto: Peter van der Vlist.

Totaalreclame op treinstellen is een opmerkelijke en aansprekende vorm van aandacht vragen voor een speciaal thema of product. Toen in 1986 de Westtak in Amsterdam, die het centrum van Amsterdam met de luchthaven verbond, geopend werd zijn er twee ICM-stellen voorzien van totaalreclame van bekende luchtvaartmaatschappijen. Dit waren de 4011 (KLM) en 4012 (Martinair). Later kwamen andere bedrijven ook op het idee NS te betalen voor totaalreclame en volgde de 4024 (Aegon); de 4011 en 4012 werden ook omgestickerd in de Aegon-totaalreclame. Een ander voorbeeld is stel 4050 welke voorzien is geweest van reclame van de firma's Randstad en De Lage Landen. Van 1999 tot en met 2007 heeft stel 4023 gereden met reclame voor het Groninger Museum. Door hobbyïsten werd dit ook wel het Mendini-stel genoemd, naar de kunstenaar waarop het ontwerp van deze reclame gebaseerd is. In 2004 heeft de 4028 ook nog even met totaalreclame rondgereden voor de Kinderboekenweek. Sinds 2004 is stel 4241 voorzien van een oranje bestickering ter promotie van de sponsoring van NS naar het NOC*NSF. Sinds 2005 zijn daar de 4201 en 4240 bijgekomen als Olympisch treinstel. De 4201 is inmiddels weer ontdaan van de bestickering in verband met revisie. Aan de zijkant van de trein zijn sporters in actie te zien. Ook de binnenvloeren van deze twee treinstellen zijn hierbij voorzien van bijpassende bestickering. Ook twee V-IRM-treinstellen werden in oranje gehuld: de treinstammen 9520 en 9525 zijn ook in het kader van sponsoring door NS Reizigers voorzien van totaalreclame voor NOC*NSF. Daarnaast is stam 9514 voorzien van het opschrift "Lekker lezen doe je in de trein". Tenslotte zijn de stammen 9522 en 9524 voorzien van een reclame ter promotie van de OV Chipkaart. Op de foto van Rienk Nauta vertrekt één van de Olympische Koplopers in een Intercity uit station Hilversum richting Amersfoort; 29 juni 2010.

Groningen. Trein IC 759 Schiphol - Groningen heeft zijn bestemming op tijd (a: 18:52) bereikt. Het vooroplopende ICM-treinstel 4037 keerde een half uurtje later als stoptrein 9174 solo naar Zwolle terug. Foto: Edward Bary, 7 juli 2011. Deze dienst werd gereden door een machinist van de standplaats Hoofddorp Opstel als dienst Hfd 107. De perronsecties zijn sinds kort gescheiden door stootjukken en er is een gelijkvloerse loopverbinding gemaakt naar het stationsgebouw. Deze dam tussen de perrons is een tijdelijke. Hij is aangelegd omdat er voor een lift geen plaats bleek te zijn. Er is geen plaats voor liften op de perrons omdat de huidige voetbrug, met daarin opgenomen het voormalige post T, de status monument heeft en daarom niet mag verdwijnen.
De stad Groningen heeft grootse plannen om zuidkant van het station middels een grote en moderne traverse of tunnel te ontsluiten. Omdat de middelen vooralsnog ontbreken is gekozen voor deze tijdelijke variant, waarmee het mogelijk is om alle perrons ook voor minder validen (en niet te vergeten fietsers) bereikbaar te maken. Helaas is dit ten koste gegaan van een drietal doorgaande sporen. Maar met name voor de goederen- en rangeerdienst blijven er nog mogelijkheden over om van de ene kant van het emplacement naar het andere te komen. Directe aanleiding om ook het derde perron meer in gebruik te nemen waren de plannen van NSR om een halfuurs intercitydienst en een halfuurs stopdienst Zwolle - Groningen te gaan rijden. Na protesten van met name de gemeenten Beilen, Hoogeveen en Meppel zijn deze plannen voorlopig de ijskast in gegaan.

Almelo Verdiept, tunneluitgang zijde De Riet, 20 september 2012. Trein 1743 (Den Haag – Enschede) heeft nog ruim een kwartier te gaan voor het zijn eindbestemming heeft bereikt, als ze de tunnel uitkomt (Almelo v: 14:13 uur). Voorop loopt treinstel ICM 4088. Zie ook het infra-thema Alme;lo Verdiept, klik hier.