Pagina: [1] [Terug]


Motorrijtuigen omBC en omC (diesel-mechanisch)

Met de afkorting omBC wordt in de typologie van de Nederlandse Spoorwegen bedoeld een "ontbrandingsmotorrijtuig" met een B-afdeling (tweede klasse) en een C-afdeling (derde klasse), naar hedendaagse maatstaven resp. eerste klas en tweede klas. De NS had vierassige omBC-rijtuigen in gebruik met als bouwjaren:
  • 1923 de serie omBC 1901-1903,
  • 1929 de serie omBC 1904-1910 en
  • 1937 de serie omBC 2901-2908.

Daarnaast waren er zowel twee- als vierassige omC-rijtuigen, dus met alleen een C-afdeling (derde klasse).

omBC 2901-2908
Bouwwijze
De motorrijtuigen omBC 2901-2908 zijn voormalige gestroomlijnde treinen met dieselmechanische aandrijving van de Nederlandse Spoorwegen. In letterlijke zin waren het dus geen treinstellen (als samenstellend geheel van meerdere bakken). De 8 motorrijtuigen werden in 1937 gebouwd door Werkspoor, met als voorbeeld de verbrandingsmotorrijtuigen omBC 1904-1910, echter met een gestroomlijnd uiterlijk. De vorm was ontleend aan die van de treinstellen Mat '34, Mat '35 en Mat '36, maar de ramen van de machinistencabine liepen hoger door. Deze kopvorm zou later ook te zien zijn bij de Dieselvijf en het elektrische Mat '40. De rijtuigen waren voorzien van Scharfenbergkoppelingen en konden met elkaar in treinschakeling rijden, maar niet met de dieselelektrische stroomlijntreinstellen en ook niet met de andere (niet-gestroomlijnde) omBC's en omC's van de NS, die buffers en orthodoxe koppelingen hadden.

Tweede Wereldoorlog
Vanwege brandstofschaarste werden na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de motorrijtuigen al spoedig terzijde gesteld en vervangen door stoomtreinen. Na de bevrijding was een groot deel van de rijtuigen zoek of onbruikbaar: alleen de 2904 was inzetbaar. De 2903 en 2905 werden later teruggevonden in het door Rusland bezette Oost-Europa. De 2907 en 2908 waren zwaar beschadigd en werden pas in 1950 hersteld. De overige waren vernield.

Inzet
De treinen waren oorspronkelijk bedoeld voor de spoorlijnen Alkmaar - Den Helder, Alkmaar - Hoorn en Hoorn - Enkhuizen. Daar zijn ze echter nooit ingezet. Ze zijn gebruikt op de toen nog niet geëlektrificeerde spoorlijn Amersfoort - Ede-Wageningen, die algemeen bekend is als Kippenlijn. Een aantal diensten reed vanaf Ede-Wageningen via Arnhem door naar Doetinchem.
Na de oorlog werden de drie overgebleven motorrijtuigen 2904, 2907 en 2908, vanaf 1950 genummerd 101-103, ingezet op de spoorlijn Gouda - Alphen aan den Rijn. In 1952 werden de rijtuigen afgevoerd. De 102 is echter nog tot 1960 in gebruik gebleven als inspectierijtuig en kreeg hierbij het nummer 11. Daarna werd deze taak alleen nog verricht door de al sinds 1954 aanwezige Kameel.

omBC
Aantal 8
Serie 2901-2908, later 101-103
Fabrikant Werkspoor, Stork, Thomassen
2901, 2902, 2905, 2906, 2907 2903, 2904, 2908
Bouwjaar 1937
Afvoer 1944, 1945, 1950, 1961

Bronnen:

  • Wikipedia; ‘Lijst van Nederlands spoorwegmaterieel’
  • NVBS-maandblad ‘Op de Rails’
  • Maandblad ‘Het Openbaar Vervoer‘(HOV)
  • Boek: ‘Dieseltreinen in Nederland’ (Carel van Gestel en Bert van Reems, uitgeverij De Alk, Alkmaar, 1997. ISBN 90-6013-975-5 )
  • Boek: ‘NS-motorrijtuigen omBC en omC. Moderne tractie voor lokaalspoorwegen. (M. van Oostrom, uitgeverij Uquilair, Rosmalen, nr. 42, 2007. ISBN 90-71513-60-2)
  • de boekenserie ‘Spoor en Tram’/’Spoor en Trein’, uitgeverij De Alk, diverse uitgaven
  • Internet: www.seinarm.nl biedt in dit kader ook interessante informatie (diesel-elektrisch en diesel-mechanisch stroomlijnmaterieel)
  • Internet: www.langsderails.nl de encyclopedie ‘Langs de rails’ van Nico Spilt.


Diesel-mechanisch verbrandingsmotorrijtuig omBC 2907 op een prentbriefkaart omstreeks 1938. De boodschap laat niets aan duidelijkheid te raden over, in die jaren nog gebruikelijk om een lange treinreis als ‘goed aangekomen’ aan te kondigen. Alle raampjes staan opengedraaid, kennelijk een hoog zomers moment. Uit de collectie van Adriaan Pothuizen. De locatie van de niet geëlektrificeerde, enkelsporige lijn is niet bekend, maar hun inzetgebied was voornamelijk Amersfoort - Ede - Arnhem - Doetinchem en Gouda - Alphen - Leiden. Wegens brandstoftekort werd er in de oorlogsperiode 1940 – 1945 nauwelijks gereden. Alle omBC's stonden toen opgesteld in Arnhem. Verbrandingsmotoren noemde men vroeger ontbrandingsmotoren, vandaar de aanduiding ‘om’. De andere letters geven op gebruikelijke wijze de klassen aan. Het type omC droeg als bijnaam "Ome Ceesje", naar een persoon uit een bekend radioprogramma uit die tijd.

Uitzicht vanuit de cabine van motorrijtuig omBC 2904, ca. 1939. Foto: Collectie Het Utrechts Archief (nr. 151646).