Pagina: [1] [Terug]


Dubbeldekkers (DDM en DDAR)

DDM (dubbeldeksmaterieel) is een verzameling van materieelseries van de Nederlandse Spoorwegen.

DDM-1
De in 1985 in dienst gestelde serie DDM-1 is het eerste dubbeldeksmaterieel van de NS.
De serie bestaat uit:
  • 13 stuurstandrijtuigen tweede klas type Bvk
  • 33 rijtuigen tweede klas type Bv
  • 29 rijtuigen eerste/tweede klas type ABv.

Op alle stuurstandrijtuigen zijn de naam en afbeelding van een bedreigde diersoort aangebracht. Dit was een gezamenlijk initiatief van de NS en het Wereld Natuur Fonds. De afgebeelde dieren zijn:
Arend, Bizon, Cheetah, Condor, Dolfijn, Neushoorn, Olifant, Ooievaar, Otter, Panda, Tijger, Walvis en Zeehond. Enkele van deze stickers zijn weggehaald na erge slijtage. Dichtbij de rijtuigen zijn nog wel de contouren te zien van wat zwart was. Het stuurstandrijtuig 'Panda' heeft in de jaren '80 brand gevat en is later voorzien van groene i.p.v. rode banken.
De eersteklasbanken van DDM zijn vrijwel gelijk aan die van de tweede klas in ICM, alleen voorzien van luxe stoffen bekleding. Van negen ABv-rijtuigen is de eerste klas gedeclasseerd naar tweede klas, waarbij de banken eenvoudigere bekleding kregen. In de loop van 2007 zijn deze rijtuigen op vier na weer verbouwd tot ABv. Drie rijtuigen rijden nog gedeclasseerd rond en een vierde staat terzijde met brandschade.

Inzet
DDM-1 wordt gebruikt in trek-duwtreinen in combinatie met een locomotief type 1800. De rijtuigen werden de laatste jaren hoofdzakelijk in de spitsuren ingezet, tegenwoordig worden ze ook in de daluren ingezet. Oorspronkelijk bestonden de formaties uit zeven rijtuigen en een loc, later verdwenen enige rijtuigen naar de Intercitydienst, waardoor de vijfdelige formaties op de baan verschenen. Tegenwoordig bestaan alle formaties uit een loc en zes rijtuigen (Bv+ABv+Bv+ABv+Bv+Bvk).
Tot 10 december 2006 werd DDM-1 voornamelijk ingezet in de sneltrein Alkmaar – Amersfoort Vathorst, hier wordt sinds de dienstregeling 2007 SGMm ingezet. Verder werden enkele rijtuigen in gezet in de treinserie 800/900 (Intercity Haarlem – Maastricht/Heerlen). Deze treinen bestonden uit een combinatie van ICRm-rijtuigen met een of twee DDM-1-rijtuigen.
In dienstregelingsjaar 2010 wordt DDM-1 in de volgende treinseries ingezet:

Serie Treinsoort Route Bijzonderheden
2200 Sneltrein Amsterdam Centraal – Haarlem – Den Haag HS – Delft – Rotterdam Centraal – Dordrecht – Breda
3700 Intercity Schiphol – Amsterdam Zuid – Almere Centrum – Lelystad Centrum Rijdt ma-za tot 20:00u
3900 Intercity Hoofddorp – Schiphol – Amsterdam Centraal – Almere Centrum – Lelystad Centrum
14500 Intercity Amsterdam Centraal – Hoorn – Enkhuizen Rijdt alleen in de spits.


Toekomst
Er waren plannen om de DDM-1 rijtuigen te renoveren. Dit zou gebeuren nadat het ICM gerenoveerd is. Het tractiestuur voorin de cabine waarmee de machinist tractie geeft, zou dan verwijderd worden. De NS heeft besloten om het DDM-1 materieel niet meer te renoveren. Het materieel zal binnen afzienbare tijd (prognose zomer 2010) terzijde gesteld worden. Op verschillende standplaatsen is men al gestopt met herinstructie voor het DDM-1 materieel.

DDM-2/3, mDDM (zie ook materieeltype Dubbeldeks aggloregiomaterieel DD-AR).
De latere series DDM-2, DDM-3 en de motorrijtuigen mDDM vormen samen het dubbeldeks aggloregio-materieel (DD-AR, zie aldaar).

DD-AR
Het DubbelDeks AggloRegiomaterieel (DD-AR) is een materieelserie van de Nederlandse Spoorwegen. De naam AggloRegio komt van de nooit ingevoerde nieuwe naam voor stoptrein.
De 258 dubbeldeks rijtuigen worden tussen 1991 en 1994 gebouwd door de firma Talbot in Aken. De rijtuigen worden onderverdeeld in de series DDM-2 en DDM-3. In diezelfde periode bouwt Alstom (dan nog Alsthom) 81 locomotieven van de serie 1700. Hiermee worden 79 trek-duwformaties gecreëerd. In 1996, 1997 en 1998 worden vijftig motorrijtuigen van de serie mDDM gebouwd. Zij vervangen ten dele de locomotieven. Anno 2010 zijn nog 29 locomotieven van de serie 1700 actief in DD-AR treinstammen.
De rijtuigen DD-AR zijn gebaseerd op de eerdere serie Dubbeldeksmaterieel. Door te kiezen voor een bestaand ontwerp kan het nieuwe materieel snel geleverd worden. Anders dan DDM-1, zijn de nieuwe dubbeldekstreinen voornamelijk bedoeld als stoptreinmaterieel en moeten daarom dezelfde rijtijden halen als Mat '64. Om deze reden zijn kleine treinstammen gewenst. Om een flexibele inzet mogelijk te maken, worden de stuurstandrijtuigen en de gebruikte locomotieven voorzien van automatische koppelingen van het type BSI. Hierdoor kunnen twee stammen (ongeacht de samenstelling) gekoppeld rijden.
Een ander opvallend verschil met DDM-1 is het interieur: in DDM-1 zijn dezelfde rode banken geplaatst als in de originele Sprinter, DD-AR heeft een groen interieur gekregen, deels met een nieuw type banken die meer beenruimte bieden. Ook heeft DD-AR digitale bestemmingsdisplays aan de buitenzijde van ieder rijtuig.
De reguliere DD-AR-treinstammen bestaan anno 2010 uit een stuurstandrijtuig type Bvk, een tussenrijtuig type ABv, een rijtuig type Bv en een motorrijtuig type mABk of een rijtuig Bvk, een rijtuig ABv, twee rijtuigen type Bv en een locomotief. De treinstammen zijn respectievelijk genummerd in de serie 7800 dan wel serie 7400. Tot de komst van de motorrijtuigen rijden ook treinstammen van drie rijtuigen, genummerd in de serie 7300. In 2003 worden, wegens een tijdelijk tekort aan locomotieven, enkele stuurstandrijtuigen ingezet in trek-duwtreinen bestaande uit Intercityrijtuigen en een locomotief van de serie 1700. Ter compensatie worden enkele DD-AR-stammen verlengd en vernummerd in de serie 7900. Vanaf 2006 rijden alleen nog stammen van de serie 7400 en 7800. Een enkele keer wordt tijdelijk een stam met drie rijtuigen en locomotief geformeerd, waardoor af en toe een stam uit de serie 7300 opduikt.

Motorrijtuigen
In eerste instantie wil NS direct dubbeldekstreinstammen met motorrijtuigen laten bouwen. Door materieelschaarste, mede naar aanleiding van de invoering van de OV-studentenkaart in 1991, is NS echter genoodzaakt op korte termijn nieuw materieel te bestellen. De ontwikkeling van motorrijtuigen duurt hiervoor te lang. Om deze reden worden alle stammen tijdelijk voorzien van een elektrische locomotief serie 1700, een gemodificeerde versie van de locomotieven van de serie1600. Enkele jaren later worden alsnog motorrijtuigen gebouwd om een deel van de locomotieven af te lossen.

Na de aflevering van de motorrijtuigen type mDDM in de periode 1996 - 1998 lossen de vrijgekomen locomotieven een deel van de elektrische locomotieven van de serie 1600 af in het reizigersvervoer. Deze locomotieven schuiven door naar het goederenvervoer waar zij de oude locomotieven van de series 1100, 1200 en 1300 aflossen. Er zijn 50 motorrijtuigen gebouwd, deze worden in de vroegere driewagenstammen geplaatst. De vierwagenstammen blijven rijden met een locomotief van de serie 1700.

Materieel
DD-AR bestaat uit:

  • 79 stuurstandrijtuigen tweede klas type Bvk
  • 103 rijtuigen tweede klas type Bv
  • 76 rijtuigen eerste/tweede klas type ABv
  • 50 motorrijtuigen eerste/tweedeklas type mABk
  • 31 locomotieven type 1700

In één ABv-rijtuig (nu Bv 280 7508) is de eerste klas gedeclasseerd naar tweede klas, het enige verschil is echter de eenvoudigere bekleding van de banken.

Nummering
Omdat DD-AR een treinstam is, werkt de nummering anders dan bij een treinstel. De laatste twee cijfers (het volgnummer) zijn afhankelijk van de Bvk in de stam. Omdat er 79 Bvk's beschikbaar zijn, kunnen de nummers lopen van xx01 t/m xx79. De eerste twee cijfers (het serienummer) zijn afhankelijk van de samenstelling:

  • 7300: Bvk + ABv + Bv + loc, later Bvk + Bv + ABv + loc (Komt een enkele keer voor bij defect van een motorrijtuig (mABk) van een 7800 stel deze wordt dan vervangen door een loc)
  • 7400: Bvk + ABv + Bv + Bv + loc
  • 7800: Bvk + ABv + Bv + mABk
  • 7900: Bvk + ABv + Bv + Bv + mABk (komt niet meer voor)

Gevolg van dit systeem is dat bijvoorbeeld de treinstam met het nummer 7424 niet tegelijkertijd met een stam met het nummer 7824 kan bestaan.
Tussen 4 februari 2008 en april 2009 heeft er weer een DD-AR-stam met serienummer 7300 rondgereden (7364). De drie rijtuigen waarmee deze stam reed zaten daarvoor samen met nog een DD-AR ABv in een stam, genummerd 7464, die dus een ABv te veel had en een Bv te weinig. Het was de bedoeling deze stam, 7364, in de serie 5600 te houden om daar de spitstreinen te versterken. In 2009 is de stam aangevuld met de missende Bv en teruggenummerd naar 7464. Later dat jaar rijdt er opnieuw enkele maanden een treinstam met drie rijtuigen: de 7365.

Modernisering
In 2009 begint Nedtrain met de modernisering van het grootste deel van het DD-AR-materieel. De rijtuigen worden verbouwd tot Intercitytreinen met een moderne uitstraling. Het materieel gaat hierbij DD-Z gaan heten. DD-Z staat voor Dubbel Dekker Zones, een nieuw concept van de NS. Bovendeks is voor de rust, benedendeks voor plezier. In totaal 250 rijtuigen, waaronder alle 50 motorrijtuigen, worden verbouwd. Hiermee worden 50 treinstammen (25 vierdelige en 25 zesdelige) gevormd. De eerste stam is eind 2010 gereed, de laatste wordt begin 2013 afgeleverd.

Inzet
Het DD-AR materieel is voornamelijk bedoeld om de reizigersgroei in de stoptreindiensten in en om de Randstad op te vangen. Door de komst van het materieel kan het Stadsgewestelijk materieel en mat '64 andere diensten versterken en doorschuiven naar diensten van het mat '54. De eerste treinstammen gaan in de zomer van 1992 in Noord-Holland en op de Flevolijn rijden. Vanaf 1993 wordt het DD-AR ook in West-Brabant ingezet. Ook gaan de stammen in de zomer dat jaar de nieuwe doorgaande verbinding tussen Den Helder en Nijmegen rijden. Tenslotte verschijnt het materieel dat jaar in op de verbinding Den Haag - Venlo. In 1994 is de aflevering van het materieel voltooid en rijden de stammen ook stoptreinen vanuit Utrecht naar Zwolle, Eindhoven en Tiel. In de zomer van 1995 verdwijnt het DD-AR uit de langeafstandsverbinding Den Helder - Nijmegen. Stam 7410 wordt dat jaar omgebouwd tot koffietrein en gaat in een vaste omloop stoptreinen tussen Nijmegen en 's-Hertogenbosch rijden. Een jaar later komt de treinstam terug in de reguliere treindienst en verdwijnt het DD-AR van de verbinding. In 2003 worden enkele stuurstandrijtuigen ingezet in trek-duwtreinen bestaande uit Intercityrijtuigen en een locomotief van de serie 1700. Deze combinaties rijden voornamelijk tussen Utrecht en Eindhoven.
DD-AR wordt momenteel in tal van treinseries planmatig ingezet. In de meeste series rijdt niet enkel DD-AR, maar worden ook treinen met andere materieel gereden als gemengd bedrijf. DD-AR doet voornamelijk dienst als stoptrein, maar wordt op enkele lijnen ook als sneltrein of Intercity ingezet.

Bron: Wikipedia (Lijst van Nederlands Spoorwegmaterieel)
Meer specificaties en foto’s op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Nederlands_spoorwegmaterieel


Een zeswagentreinstam DDM1 met e-loc 1840 passeert Delft op 24 december 2009. Foto: Gerard van Vliet. Vierwagentreinstam DD-AR 7407 met e-loc 1717 passeert Delft op 22 januari 2010. Foto: Gerard van Vliet.

Een zeswagentreinstam DDM1 met het stuurstandrijtuig 50 84 26 37 113-6 Dolfijn voorop en e-loc 1843 achterop in de omgeving van Heemstede als trein 2267 op weg van Amsterdam naar Dordrecht; 18 augustus 2010. Foto: Douwe Krijnen. Deze composities zullen met de wijziging op de materieelinzet per 6 september 2010 niet meer in het landschap aan te treffen zijn. Volgens de laatste berichten gaan alle 1800-en en alle DDM-1 rijtuigen (met rode banken dus) op 6 september aan de kant en gebeurt er voorlopig niets mee. Voorrang krijgt de wijziging van het DD-AR-materieel dat verbouwd zal worden tot mDDMz. Revisiebedrijf Haarlem is daar mee begonnen met een eerste proefstam.

De aanblik van de imposante en historische stationskappen van het Amsterdamse Centraal Station wordt aan de westzijde ontnomen door moderne bebouwing. Het over de sporen 2, 3 en 4 gebouwde Ibis Hotel en het meeting-gebouw 'Zilveren Toren' (Regardz Meeting Center Amsterdam Centrum) domineren het beeld. Op kopspoor 1 staat e-loc 1856 met een DDM1-treinstam klaar voor vertrek naar Dordrecht als trein 2283. Foto: Douwe Krijnen, 27 juli 2009.

De eerste generatie Dubbeldekkers DDM1 is vanaf 6 september 2010 niet meer in dienst. Op 27 juli 2009 fotografeerde Douwe Krijnen stuurstandrijtuig 6908 in een treinstam te Dordrecht in trein 2262 (v: 18:43) op weg naar Amsterdam, via Rotterdam, Den Haag, Leiden en Haarlem. In deze serie was dit materieel nog veelvuldig aan te treffen op de Oude Lijn. Links: stuurstandrijtuig 6908 in een DDM1-treinstam te Breda in trein 2262 (v:18:16) naar Amsterdam; rechts tweewagenstel 819 (Materieel 1964, deelserie plan V7). Foto: Douwe Krijnen, 27 juli 2009.


Wegens extra drukte en reizigersvervoer in het SAIL-weekend van 19 – 23 augustus 2010 waren enkele treinseries door NS Reizigers op sterkte gebracht met meer zitplaatscapaciteit. Zo reed op zaterdag 21 augustus zelfs ander materieel, nl. één DDM1-stam als stoptrein in de serie 4500 Enkhuizen - Amsterdam. Hier passeert - vlak voordat het DDM1 buiten dienst gaat (per 6 september) - een zeswagentreinstam Kwadijk op weg naar Amsterdam. Deze eerste generatie Dubbeldekkers heeft jaren lang de dienst uitgemaakt op dit traject wat een sterk forensenvervoer kent naar o.a. Purmerend en Hoorn. Mark Rijs fotografeerde trein 4575 vanaf het boeren weiland en dat leverde een mooi plaatje op. Voor de liefhebbers van rijtuignummers: 6903 + 6828 + 6623 + 6801 + 6613 + 6835 en achterop e-loc 1839.

Medio mei 2008 waren de werkzaamheden in Houten zover gevorderd dat met het plaatsen van bovenleidingportalen kon worden begonnen. Foto: Raymond Kiès, 13 mei 2008. Twee gecombineerde treinstammen DD-AR (DubbelDeks AggloRegiomaterieel) uit Utrecht zijn bijna in Houten.Zie ook het thema NS/Infrastructuur, Randstadspoor Utrecht en omgeving, klik hier.

De eerste stam DD-AR, bestaande uit loc 1701 en rijtuigstam 7301, op het toen nog net bestaande spoor 6 (voormalig 14) van Utrecht CS. Beide foto's: Frans van den Hurk, 16 januari 1992.

Het stuurstandrijtuig tweede klas type Bvk van DD-AR rijtuigstam 7301 te Utrecht CS. Spoor 6 was het vroegere spoor 14. Foto: Frans van den Hurk, 16 januari 1992.