Wat was het plan?
De 3e fase van de uitbreiding van het museumgebouw van de Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij in Ouddorp was de slotfase van een meerjarenplan om te komen tot een volwaardig en kwalitatief hoogwaardig museum om het voormalige trambedrijf RTM is al zijn facetten te herinneren en…. vooral ook te exploiteren met een rijdende collectie historisch materieel. De collectie bevat meer dan trams: in de volledig vernieuwde tentoonstelling komt de hele geschiedenis van de RTM aan bod, met modellen, vaartuigen, bussen, attributen, een scheepsmachine, een paardentram en heel veel foto’s en tal van statische objecten die bij het trambedrijf hebben bestaan. Vitrines en informatiepanelen vertellen het verhaal van de “eilandentram”. Een rijdende modelbaan (formaat LGB) beeldt tot in detail het landschap uit waarin de tram, de autobussen en de schepen van de RTM het vervoer van reizigers en goederen verzorgden. De stations en halten ontbreken daarin niet, zoals het destijds belangrijke station Blaaksche Dijk.
Het oorspronkelijke plan om de grote investeringen van nieuwe gebouwen uit te smeren over meerdere jaren dateert al van ongeveer 2010. Bedacht werd om in diverse bouwkundige fases die op elkaar in volgorde moesten kunnen aansluiten, vooral ook bouwkundig, leidde tot 3 fases: fase 1/1A, 2 en 3. Stapsgewijs groeien naar een eindsituatie in drie afgeronde fasen met elk haalbare en bijbehorende investeringen. De 3e fase omvat een uitbreiding van de vloeroppervlakte met maar liefst 600 m2.
Leeswijzer
De fases van de verdere uitbreidingen werden eerder al beschreven. Klik hier voor eerdere verslagen (pagina Infrastructuur en Gebouwen).
Ook op de pagina’s van het thema Recente items, wordt al het een en andere beschreven naar aanleiding van eerdere bezoeken.
In dit artikel volgen we de afronding van fase 3, in het bijzonder de opening op vrijdag 27 september 2024.
Het tijdpad van de 3e fase
De tijdlijn van deze laatste uitbreiding laat zich als volgt vastleggen.
Toespraken
Nadat tussen 10 en 11 uur een groten getale genodigden, sponsers, vrijwilligers en andere gasten is binnengestroomd, de storm en regenbuien vandaag trotserend, en iedereen voorzien is van een warme kop koffie met gebakje, opent voorzitter Laurens Pit rond 11:15 uur deze speciale bijeenkomst. Hij verwelkomt alle aanwezigen en kondigt meteen zijn tweede spreker aan; de heer Jaap Willem Eijkenduijn, wethouder (Kunst en Cultuur) van de Gemeente Goeree-Overflakkee.
Voorzitter Pit zegt dat we vandaag een belangrijke mijlpaal in het bestaan van het trammuseum hebben bereikt. Hij bedankt als eerste de voormalige gemeente Ouddorp, destijds in de persoon van oud-burgemeester G. van Velzen en in de latere nieuwe gemeente Goeree-Overflakkee, burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman (vanaf september 2013) voor de steun en medewerking bij het realiseren van dit unieke museum. Het verlenen van vergunningen en andere toestemmingen om hier te bouwen zijn cruciaal geweest. Ook andere officiële instanties zoals Rijkswaterstaat en het Grevelingenschap hebben hun bijdragen geleverd om te mogen bouwen in een uniek en beschermd duingebied, inclusief een trambaan van 10 kilometer. Met de bouw van deze 3e uitbreiding heeft het museum zijn definitieve omvang bereikt en kunnen we trots zijn wat we bereikt hebben en dit nu kunnen vieren en presenteren.
Ook bedankt Pit alle vrijwilligers die jarenlang met hun ambachtelijke vaardigheden hard gewerkt hebben het doel te bereiken: “we hebben alle vaardigheden in huis: timmermannen, bankwerkers, elektriciens, schilders, balie- en verkoopmedewerkers, het winkelpersoneel, de catering, baanwerkers, gediplomeerde machinisten en stokers, opleiders die hun kennis nog overbrengen op een jongere generatie, conducteurs, buschauffeurs en rondleiders. En….we hebben geen loonlijst: alles gebeurt in vrije tijd op vrijwillige basis. We zijn een hechte familie geworden. Mensen die van aanpakken houden, handen uit de mouwen steken en vooral een warm hart hebben voor de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij in al zijn facetten.
Laurens Pit schetst in het kort de recente ontwikkeling van het museum tot vandaag. “Het 3-fasenplan heeft goed uitgepakt. Het groeien van een eenvoudige loods naar een volwaardig en kwalitatief hoogstaand museum dat het complete verhaal vertelt van de eilandentram, kan vandaag afgerond worden. De permanente tentoonstelling op de verdiepingsvloer was een essentieel onderdeel van ons beleid. Ook het documentatiecentrum (in Middelharnis) waarborgt ons verleden. Die geschiedenis maakt tot waar we vandaag gekomen zijn. Met dank ook aan de pioniers van destijds (Tramweg Stichting) die in de jaren na de opheffing (1966) nog veel materieel gered hebben voor “de poorten van de hel” (sloperij) en in Hellevoetsluis die eerste stappen hebben gezet naar een rijdend trammuseum. Hun visie was duidelijk: er móest iets bewaard blijven. De latere verhuizing in 1989 van Hellevoetsluis naar Ouddorp was een geweldige push te kunnen groeien. Het resultaat ziet u vandaag”, aldus Pit.
Niet op de laatste plaats bedankt hij ook alle sponsoren, geldgevers, trouwe donateurs die met hun geldelijke bijdragen, klein of groot, dit museum mogelijk hebben gemaakt. “Inmiddels staan we op de kaart: vele bezoekers, jong en oud, internationaal, weten ons te vinden. Samen met andere partners, zoals Rederij Zeeland kunnen we de bezoekers een mooi programma bieden, met echte boottrams, waarmee we ook het toerisme in dit deel van Nederland, met een interprovinciale tramverbinding een impuls kunnen geven. Ik geef graag het woord aan de wethouder. Daarna wordt iedereen van harte uitgenodigd vrij rond te kijken, de film in het auditorium te bekijken (doorlopende voorstelling), de permanente tentoonstelling te bekijken. Om 12:30 uur vertrekt een speciale stoomtram voor een rit op de Brouwersdam. Bij terugkomst wordt een broodjeslunch aangeboden.”
Wethouder Jaap Willem Eijkenduijn sluit daar graag bij aan de woorden van Laurens Pit. De spoorwereld is hem niet vreemd. “Als gemeente zijn we er trots op dit museum binnen onze grenzen te hebben. Het is niet alleen attractie, maar vooral een geschiedenisbeleving. De band met ons verleden is nog altijd voelbaar in onze gemeenschap. De tram en de veerdiensten van weleer hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van de eilanden: dat cultuurhistorisch besef moeten we blijven koesteren. In dit museum zijn alle ingrediënten aanwezig daar kennis van te nemen, hoogtepunten en dieptepunten in een omgeving van eilanden en veel, heel veel water. De Tweede Wereldoorlog en de watersnoodramp van 1953 zijn diep gegrift in het geheugen van de bewoners. De concurrentie met het latere busvervoer en uiteindelijk ook de geleidelijke opheffing daarna van tramlijnen, met als laatste in 1966 de verbinding Spijkenisse Hellevoetsluis op Voorne-Putten. Met de Deltawerken veranderde het landschap maar ontstonden ook andere en betere verbindingen.
Het bewaren en waar mogelijk nog exploiteren van rijdend (rail)erfgoed zullen we blijven koesteren en waarderen en aan volgende generaties doorgeven.
Het lintje doorgeknipt.
Vanwege de barre weersomstandigheden vindt het officiële openingsmoment, het doorknippen van het lint, binnen in het museum plaats. Rond 11:30 nemen Laurens Pit en Jaap Willem Eijkenduijn elk een schaar ter hand en wordt het lint doorgeknipt. Daarna wordt getoast met een glas champagne op een mooie toekomst.
De tramrit met loc 50 en de houten rijtuigen maakt met vrijwel alle aanwezigen aan boord een retourrit over de Brouwersdam. Bij terugkomst om plm. 13:30 staat de broodjeslunch klaar: de warme kroketten en frikadellen maken de verkleumde reizigers weer warm en nemen gretig aftrek.
Hieronder een foto-impressie van deze mijlpaal voor de Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij.
|
||||||||
↑ → De genodigden werden bij de entree verwelkomd met koffie en gebak. |
||||||||
↑ → Voorzitter Laurens Pit en Wethouder Jaap Willem Eijkenduijn aan het woord. |
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
|