[0] [1] [2] [3] [4] [5] [6]

Blokpost Arnhemschestraat in Spoorwegmuseum

geopend op 2 september 2017

Inleiding

Op zaterdagmiddag 2 september 2017 vond in het Spoorwegmuseum in Utrecht een bijzondere gebeurtenis plaats: de opening van de voormalige Blokpost Arnhemschestraat. Diverse gasten en vooraanstaande spoorkenners waren uitgenodigd in de foyer van de Bedrijfsschool om te luisteren naar de voordrachten van enkele sprekers en daarna, op het buitenterrein, de hernieuwde aanwinst te bewonderen, waarbij locomotief De Arend onder stoom de bijpassende entourage verzorgde.

Na de opening door Evertjan de Rooij kreeg Richard Weurding, voorzitter van de Vereniging Vrienden van het Spoorwegmuseum het woord en hij gaf een korte toelichting op de betekenis van de blokpost die al enige tijd in eigendom was van het museum, maar enkele jaren geen attractieve rol vervulde in de educatie voor de bezoekers. Het stond op een achterafplek op het museumterrein en daarmee kwam de betekenis van dit huisje niet uit de verf. Nadat het Spoorwegmuseum had besloten het een meer actieve rol en betekenis te geven en het een projectstatus voor renovatie en opwaardering had gegeven, speelde de Vereniging Vrienden van het Spoorwegmuseum daarop in door die herwaardering te financieren.

Ansichtkaart, overweg Arnhemsche Straatweg, 1920. Bron: Stationsweb. De overweg kruist hier weer schuin de spoorlijn. Geheel links op deze ansichtkaart is de bij de spoorwegaanleg omgelegde en in 1920 dus vervallen Rijksweg te zien, met de bomenrij er langs. Zie ook de aanlegtekening uit het Utrechts Archief (catalogusnummer 179395) hieronder waarbij de straatweg het spoor haaks kruiste. De opgeheven tramlijn is nog niet helemaal opgebroken.


Blokpost Arnhemschestraat (Ahst), 16 april 1960. Trein 3235 bestaande uit de twee diesel-elektrische driewagenstellen DE3 169 en DE3 165 passeren de overweg en zijn op weg van Enschede naar Nijmegen. De post heeft bestaan van 1910 tot 1980. Foto: Kees van de Meene (copyright en auteursrechten).

Historie

Kees van de Meene, die betrokken was bij het historisch onderzoek naar deze blokpost, ging in zijn exposé uitgebreid in op de betekenis en functie van blokposten in het algemeen langs het spoor. Met de invoering van het blokstelsel in 1875 werd een baanvak verdeeld in “blokken”. In elk blok mocht maar één trein rijden. Vaak was het baanvak tussen twee stations één blok maar in de 19e eeuw groeide het spoorverkeer enorm en was er behoefte om met meer treinen kort na elkaar op de baanvakken te rijden. Daarom werd voor een snellere treinopvolging het baanvak vaak verdeeld in twee of meer blokken met bij elke blokgrens een “seinpost” met blokseinen en een telegraaftoestel. Al snel werd het blokstelsel met bloksloten ingevoerd en toen werden veel seinposten “blokposten”. Vaak stonden de blokposten bij een overweg en dan konden vanuit de blokpost de overwegbomen bediend worden. Ook was er bij sommige blokposten een halte en zorgde de blokwachter voor de verkoop van treinkaartjes.

Blokpost Arnhemschestraat (in vakjargon “Ahst”, in gebruik genomen in 1910) was gesitueerd even ten noorden van station Elst aan de spoorlijn Arnhem – Nijmegen waar de Arnhemschestraat, een belangrijke wegverbinding, het spoor kruiste. Blokposten waren er in vele vormen, zoals b.v. ook de brugposten. Met enkele foto’s werden voorbeelden van andere blokposten getoond. Bij Blokpost Arnhemschestraat lag vanaf 1954 de overgang tussen het automatisch blokstelsel vanaf Arnhem en het klassieke blokstelsel III richting Elst. De post is een typische vertegenwoordiger van de vele blokposten die in Nederland gestaan hebben en werd in 1980 opgeheven bij het verlengen van het automatisch blokstelsel richting Elst en Nijmegen. Kees van de Meene vertelde boeiend over de blokposten, de samenhang met de (klassieke) seinhuizen en de spoorwoningen, inclusief hun authentieke nummering.

Met enkele anekdotes maakte hij er een interessante presentatie van. Zo werd stilgestaan bij de Schotse blokpost Kinnaber Junction (“Railwayrace to the North”, 1895) en het verhaal (roman) over een vastgevroren sein in 1875 voor de nachttrein van Berlijn naar Koningsbergen (het tegenwoordige Kaliningrad) waarbij de blokwachter bedreigd werd door hongerige wolven (“Wölfe vor Block Schwarzheide, eine winterliche Nachtfahrt im Jahre 1875 auf einer Lokomotive der preußischen Ostbahn”, in “Geliebte Dampflok” von Karl-Ernst Mädel). Blokposten spreken tot de verbeelding: er werkten spoormannen op eenzame posten, met grote verantwoordelijkheden, hun verhalen zijn belangrijk om voor de overlevering behouden te blijven.

Tekening van de kruising van de Arnhemsche Straatweg ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn Arnhem - Nijmegen. Bron: Het Utrechts Archief (catalogusnummer 179395 - Inv.939 aanleg Staatsspoorwegen). Datering is 26 mei 1884; Proces Verbaal van overname Staats Spoorwegen.
Deze schematische tekening met de blokpost is een detail van Dienstorder SS 4471. De blokpost Ahst lag dus bij kilometrering 7.800. Dit is de situatie na aanleg van de tramlijn in 1908 die dus heeft bestaan tot 8 maart 1920. Datering Dienstorder is 1910 (wijziging seingeving). Bron: Archief Spoorwegmuseum.
Blokpost Ahst

Treinopvolging met tijdsinterval werd in 1875 (bij de NRS overigens al in 1869) vervangen door het bloksysteem. Dat was dus het blokstelsel met de telegraaf: “telegrafisch blokstelsel”. Na de invoering van bloksloten (Bls I, II, III, A, B, C) werd een baanvak met een van die blokstelsels “Baanvak met blokstelsel” genoemd en heette een baanvak met treintelegraaf “baanvak zonder blokstelsel”. Dat was tot in de jaren 1950 nog op heel wat baanvakken aanwezig.

De Rijksstraatweg Arnhem – Elst (een belangrijke wegverbinding in die tijd) liep aanvankelijk rechtdoor maar werd bij de spoorwegaanleg omgelegd zodat er een haakse spoorkruising kwam. De tramlijn werd later langs het oude wegtracé gelegd en kruiste de spoorweg dus wel schuin. Maar in 1919, kort voor de opheffing in 1920 van de tramlijn, werd de Rijksweg weer langs het oude tracé gelegd en werd de haakse overweg vervangen door een schuine kruising zoals deze tekeningen en de ansichtkaart hierboven laten zien. Bron: Kees van de Meene.


Evelien Pieterse, conservator van het Spoorwegmuseum, beschreef in haar presentatie hoe het met Post Arnhemschestraat vergaan is en heeft onderzoek gedaan naar de bouwkundige vorm. Nadat het postje niet meer nodig was, heeft het een tijd dienst gedaan als tuinhuisje en daarna werd het aangeboden aan het spoorwegmuseum, waar het nog als snoepwinkeltje dienst heeft gedaan. Na veel research bleek de technische inrichting nog te herbouwen met nog beschikbare onderdelen uit het depot van het museum. Er werd een oproep gedaan in de lokale media om zo mogelijk nog in leven zijnde oud-blokpostwachters te traceren. Dat leverde wonderwel nog vier oud-gedienden op. Het waren de oud-blokwachters Hermsen, Van Rooijen, Van Niekerk en Van Marwijk. In vraaggesprekjes met hen werden hun verhalen opgetekend en in een video-presentatie vastgelegd. En ze werden natuurlijk uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de opening.

Belangrijke doelstelling van het museum was om de betekenis van de blokpost weer levendig te maken met de verhalen van de mensen die er gewerkt hebben.

Van blokpost naar tuinhuisje naar snoepwinkeltje naar blokpost

Op 6 juni 1910 kwam in Elst de gloednieuwe blokpost ‘Arnhemschestraat’ in gebruik langs de spoorlijn tussen Nijmegen en Arnhem. In de wachtpost stond een bloktoestel waarmee de wachter de seinen langs het spoor kon bedienen. Deze seinen waren bedoeld om de machinist te laten weten of de baan al dan niet veilig was. Daarnaast konden de overwegbomen vanuit de post naar boven en beneden worden gedraaid. Tot 1918 konden reizigers in het gebouwtje ook een kaartje kopen. De post werd tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen, maar heeft na een fikse opknapbeurt uiteindelijk dienst gedaan tot 1980. In de jaren tachtig viel het doek voor bijna alle klassieke seinhuizen en -posten in Nederland. Met de automatisering van de seinen werden ze overbodig en grotendeels gesloopt. Dat de blokpost Arnhemsestraat gespaard bleef, is te danken aan een aannemer uit Ubbergen die het karakteristieke gebouwtje van de slopershamer wilde redden. De blokpost heeft jarenlang dienst gedaan als tuinhuisje in zijn achtertuin. Begin jaren negentig werd het seinhuisje definitief naar Het Spoorwegmuseum verhuisd. Bron: Wikipedia.


Blokpost Ahst (her)leeft weer!

Rond 15:00 uur verplaatste het gezelschap zich naar het buitenterrein waar de onder stoom gebrachte Arend de opening luister bijzette met enkele pendelritjes. De sleutels van de blokpost werden overhandigd waarna iedereen een kijkje kon nemen. Met veel voldoening stelde iedereen vast, dat de inspanningen die zijn gedaan om dit aspect van het spoorwegerfgoed te behouden tot dit fraaie resultaat geleid hebben.

Het evenement werd afgesloten met een borrel en hapjes.

Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Kees van de Meene en Evelien Pieterse, waarvoor veel dank.

Hieronder een impressie met enkele foto’s op 2 september 2017.





Utrecht, Spoorwegmuseum, 2 september 2017.
Voorzitter Richard Weurding van de Vereniging Vrienden van het Spoorwegmuseum (midden) met de oud-blokwachters Van Niekerk (links) en Hermsen (rechts) in Blokpost Arnhemschestraat. Het is niet alleen feest der herkenning, maar ook bewondering en waardering voor het behoud van dit spoorwegerfgoed.

Van links naar rechts de oud-blokwachters Hermsen, Van Rooijen, Van Niekerk, voorzitter Richard Weurding van de Vrienden van het Spoorwegmuseum en oud-blokwachter Van Marwijk.

Kees van de Meene en Evelien Pieterse genieten even van de zon na hun verrichte onderzoek.
Voor de toekomst bewaard gebleven !!

Episodes - tijdperkindeling

Er zijn de volgende episodes als tijdperkindeling te benoemen:

  • tot 1879: de oorspronkelijke Rijksstraatweg liep “schuin” als doorlopende weg vóór de aanleg van het spoor.
  • 1879: bij aanleg van de spoorlijn Arnhem – Nijmegen (in dienst 15 juni 1879) werd de straatweg omgelegd en de overweg haaks gemaakt. De spoorlijn werd formeel overgedragen per Proces Verbaal op 23 mei 1884.
  • 1908 – maart 1920: tramlijnperiode Betuwsche Stoomtramweg-Maatschappij, tramspoor schuin over spoor bij Arnhemschestraat.
  • 6 juni 1910: de gloednieuwe blokpost ‘Arnhemschestraat’ in gebruik genomen.
  • 8 maart 1920; opgeheven tramlijn en kort daarna opbraak, overweg weer schuin over het spoor, spoorkruizen verwijderd = ansichtkaart hierboven.
  • 1980:blokpost ‘Arnhemschestraat’ buiten dienst.

Bronnenonderzoek, referenties en verantwoording

  • Boek: “Betuwsche Stoomtram Maatschappij” (auteur R.G. Klomp), uitgeverij De Alk. De overweg Arnhemschestraat werd schuin gelegd in 1919, de tramlijn Arnhem - Elden - Elst - Lent werd opgeheven op 8 maart 1920, de opbraak van de tramlijn volgde daarna. De auteur baseert zich onder meer ook op gemeenteraadverslagen en krantenberichten. De foto van de ansichtkaart van de overweg bij de Arnhemschestraatweg is kort daarna genomen, het verwijderde spoorkruis ligt op de voorgrond, op de tramrails.
  • Boek: “Geliebte Dampflok” (auteur Karl-Ernst Mädel), uitgeverij Kosmos Verlag. “Wölfe vor Block Schwarzheide, eine winterliche Nachtfahrt im Jahre 1875 auf einer Lokomotive der preußischen Ostbahn”.
  • Het Utrechts Archief. De aanlegtekening is afkomstig uit het “Proces Verbaal van overgave (overgifte) en overname van den Staats-Spoorweg van Arnhem naar Nijmegen dd. 26 mei 1884” en is terug te vinden in Het Utrechts Archief onder archiefcode HUA A179395-000001 (“Algemeene kaart van den spoorweg Arnhem - Nijmegen, in 21 bladen”). Het gedeelte Arnhem - Nijmegen was al eerder opgenomen en kwam op 15 juni 1879 in dienst.
  • Archief Spoorwegmuseum. Diverse archiefstukken.
  • Website Stationsweb. www.stationsweb.nl Diverse ansichtkaarten.
  • Wikipedia: De Betuwsche Stoomtramweg-Maatschappij.