[0] [1] [1A] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12]

Treinramp Harmelen, 1962 -2012

Modernisering van het spoorwegnet

Eind vijftiger jaren is NS volop aan het moderniseren. Niet alleen stroomt nieuw materieel binnen, ook de modernisering van de infrastructuur en de beveiliging is volop gaande. De periode van de naoorlogse wederopbouw is met de beëindiging van het stoomtractietijdperk in 1958 in feite beëindigd. Het hoofdrailnet was geëlektrificeerd of hersteld van oorlogsschade daarvan. Nieuwe beveiligingstechnieken waarin de rol van betrouwbare relaissystemen werden uitgebouwd en in moderne seinhuizen toegepast. Veel seinhuizen met mechanische seininrichtingen werden in de jaren rond 1960 vervangen door centrale posten, waarbij de treindienstleider een compleet station, veelal met de toeleidende baanvakken via bedieningstoestellen de wissels en seinen centraal kon bedienen. Vrijwel alle grotere stations kregen een centraal seinhuis (post T) met het NX-beveiligingssysteem, AR (All Relayed) of CVL (Centrale Verkeers Leiding). Niet alleen de efficiëntie werd hiermee bevorderd, maar ook een veiliger treinverkeer. Immers, de systemen mochten als fale safe beschouwd worden. De baanvakken werden ingericht met seinen van het toen als modern beschouwde lichtseinstelsel 1955, waarbij de seinpaal was uitgerust met drie aparte lamphouders boven elkaar in het sein. Rood onder, geel midden en groen boven. Daarbij mocht uitgegaan worden, dat machinisten onder alle omstandigheden de seingeving voor hun trein opvolgen en waren daartoe grondig opgeleid, zowel wat baanvakbekendheid als materieelbekendheid betreft. Het Nederlandse spoorwegnet, aldus uitgerust met moderne beveiligingssystemen, kende toen nog vrijwel gelijkvloerse kruisingen van baanvakken en spoorlijnen. Aan de ontwikkeling van treinapparatuur (ATB) werd gewerkt en gekozen moest worden voor een in Nederland goed werkend systeem.

De baanvakken Harmelen – Utrecht, Harmelen – Breukelen (geen tussenblokseinen) en de NX Woerden (emplacement en baanvak t/m Harmelen) kwamen met lichtseinstelsel 1955 in dienst op 28 mei 1961. Het baanvak Woerden – Gouda was al op 4 oktober 1952 voorzien van daglichtseinen volgens het lichtseinstelsel 1946 en in 1961 omgebouwd met stelsel 1955 met deels seinpalen van het stelsel 1946, tevens kwam op 30 september 1962 beveiligd links rijden hier in dienst. De ATB was in 1961/1962 nog niet beschikbaar. (Bron: Sporenplan.nl).

Situatie Harmelen Aansluiting in 1961. Links richting Utrecht en Breukelen, rechts richting Woerden. Bron: Sporenplan.nl
De sporenlayout is geheel gewijzigd en is viersporig geworden. De gelijkvloerse overweg in de Leidsestraatweg (in 1961 de "Straatweg van Den Haag naar Utrecht") is nu een tunnel met spoorviaduct en staat ook bekend als de N198. Voor een groter formaat tekening (in pdf-file), klik hier.

Woerden - Harmelen

Het spoorwegtraject Utrecht - Gouda is één van de drukste lijnen van Nederland. Het baanvak Woerden - Harmelen maakt deel uit van de spoorlijnen (Rotterdam/Den Haag -) Gouda - Utrecht en Gouda - Breukelen ( - Amsterdam). Bij Harmelen Aansluiting (Hlma) vindt de samenvoeging, resp. splitsing plaats van deze spoorlijnen in/uit verschillende richtingen. Treinen kruisen elkaar gelijkvloers via wissels en wisselverbindingen. De precieze plaats van Hlma ligt in de weilanden bij het buurtschap de Putkop in de gemeente Kamerik, ten noorden van Harmelen waar de lijnen Woerden - Utrecht en Woerden - Breukelen zich splitsen. De treinen vanuit Woerden richting Breukelen moeten een klein stukje op het tegenoverliggende spoor Utrecht - Woerden rijden om het wissel richting Breukelen te kunnen nemen. Deze zogenaamde getrapte oversteek betekent dus een klein stukje Linker Spoor rijden.
Het emplacement van station Woerden en het aansluitende baanvak t/m Harmelen Aansluiting is in mei 1961 onder NX-beveiliging gekomen.

De sporensituatie in Harmelen Aansluiting zoals deze ook was op de dag van de treinbotsing op 8 januari 1962, gezien in de kijkrichting naar Utrecht. Deze foto van Kees van de Meene is gemaakt op 30 maart 1956, dus nog ten tijde van de mechanische beveiliging, zie de armseinen op de achtergrond. Nog geen 6 jaar later vond hier een dramatisch treinongeval plaats. Het emplacement van station Woerden en het aansluitende baanvak t/m Harmelen Aansluiting is in mei 1961 onder NX-beveiliging gekomen, met toepassing van zogenaamde daglichtseinen van het type lichtstelsel 1955, seinpalen met lampen. Voor de ontwikkeling van het seinstelsel, zie de website van Nico Spilt, Langs de Rails, klik hier voor directe pagina.

In 1962 is de dienstregeling zorgvuldig in elkaar gevlochten om de snel- en stoptreinen tussen Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Utrecht hier soepel langs elkaar te leiden. Ieder uur herhaalt zich hetzelfde patroon met de volgende rijwegen:

  • om 14 minuten over het hele uur (0.14) passeert de sneltrein vanuit Utrecht naar Rotterdam dit punt,
  • 4 minuten later (0.18) gevolgd door de stoptrein Rotterdam - Amsterdam, die vanuit Woerden richting Breukelen moet rijden en
  • vervolgens weer 3 minuten later (0.21) volgt de sneltrein vanuit Utrecht naar Den Haag.

Als alle treinen op tijd rijden is hier sprake van een normale, door de beveiliging afgedwongen, veilige situatie. Ook bij vertraging is sprake van een veilige seingeving, maar dan moet de treindienstleider wel keuzes maken in de afhandeling van de treinvolgorde (welke trein dient zich als eerste aan en wat is de keuze t.o.v. de andere te verwachte treinen), omdat de treinen elkaar dan "in de weg" kunnen zitten en er afhandelingsconflicten kunnen optreden die een ongewenste grotere vertraging kunnen veroorzaken.

Maandag 8 januari 1962

Op de ochtend van maandag 8 januari 1962 hangt er een dichte mist in het polderland tussen Utrecht en Woerden. Het zicht is hooguit 150 meter. Sneltrein 164, onderweg van Leeuwarden naar Rotterdam, vertrekt die dag 6 minuten te laat uit Utrecht. De sneltrein bestaat uit 11 rijtuigen met de zware elektrische locomotief 1131 ervoor. De sneltrein heeft naar schatting 900 passagiers. Op de bok van de 1131 zit de ervaren Pieter van der Leer, die al sinds april 1957 op dit baanvak rijdt.
Stoptrein 464 Rotterdam - Amsterdam bestaat uit 2 treinstellen van het Materieel '46: Een tweetje met nummer 297 en 4-wagenstel nummer 700 dat voorop rijdt. De trein, met ongeveer 180 passagiers aan boord, vertrekt op tijd uit Woerden. Machinist Piet Fictoor rijdt ruim een jaar op dit traject.

Rond 9.18 uur moet de stoptrein bij Harmelen via wissel 5B het spoor Woerden - Utrecht verlaten om langs wissel 5A op het andere spoor te komen. Bij wissel 3 volgt dan de aftakking naar Breukelen. Dat punt zou sneltrein 164 vier minuten eerder, om 9.14 uur, gepasseerd moeten hebben, maar die trein is nu te laat. De treindienstleider op Post T heeft op het NX-tableau de instellingen eerst zo gemaakt dat stoptrein 464 voor het wissel 5B bij sein 16 moet stoppen om op de sneltrein te wachten. Maar omdat de sneltrein zich dan nog niet heeft aangekondigd, zet hij de wissels 5B, 5A en 3 om en geeft de stoptrein groen licht voor de richting Breukelen.
Sneltrein 164 heeft wat van de vertraging ingelopen door met de maximum snelheid van 125 km/u te gaan rijden. Kort voor 9.18 uur meldt de trein zich op het NX-tableau in Woerden: De bezetlampjes op het spoor Utrecht - Woerden lichten op in het blok vóór de wisselstraat bij Harmelen.

Maar op dat NX-tableau zijn de instellingen voor de stoptrein dan al gemaakt en die trein is al onderweg, te laat om de sneltrein nog voor te laten gaan. Sein 16 staat nu op groen voor de richting Breukelen. Het sein 8, kort voor wissel 3 op het spoor Utrecht - Woerden, komt daardoor op rood te staan. 1000 meter vóór sein 8 moet vooraankondigingssein P713 geel licht vertonen. Sneltrein 164 rijdt nu met een snelheid van 125 km/u in de dichte mist op dat gele sein af. Stoptrein 464 kronkelt dan met 60 km/u over de wisselstraat 5A/B hetzelfde spoor op.
De bedoeling is dat machinist Van der Leer zijn trein bij het passeren van het gele sein P713 afremt tot 30 km/u, om ruim voor het rode sein 8 (in het spoorwegjargon: Stop Tonend Sein) te kunnen stoppen. Maar Van der Leer remt niet af bij sein P713. De sneltrein stormt in volle vaart op de stoptrein af, die nu het afbuigende wissel 3 richting Breukelen nadert. Pas bij het rode sein 8 remt de sneltrein sterk af, maar het is te laat. 215 meter voorbij sein 8 botst de zware locomotief met een vaart van 107 km/u frontaal op de lichte stoptrein.

Het wordt de grootste treinramp in de Nederlandse geschiedenis: 93 mensen, waaronder de beide machinisten, komen om het leven bij de botsing, 54 anderen raken zwaargewond.
Deze toedracht, de oorzaak en de gevolgen zijn al op diverse websites, in boeken, kranten e.d. ruimschoots beschreven. En uiteraard in het Verslag van het door de Spoorwegongevallenraad gehouden Openbare Onderzoek.


Het NX-bedieningstoestel van seinhuis Post T in Woerden. Met links het emplacement van het station en rechts de splitsing van de spoorlijn, onder het traject naar/van Utrecht, boven het traject naar/van Breukelen. De wisselgroepen zijn zichtbaar. Deze post kwam op 28 mei 1961 in dienst met lichtseinstelsel 1955.

Het volledige NX-bedieningstoestel van seinhuis Post T in Woerden; 1961. Bron: Sporenplan.nl

Het NX-seinhuis Post T in Woerden, gezien in de kijkrichting Harmelen. Vanuit dit seinhuis werden de rijwegen voor de treinen in Woerden (Wd) en Harmelen Aansluiting (Hmla) bediend vanaf 28 mei 1961 (en dus ook op die fatale maandagmorgen 8 januari 1962). Te Hmla kwam een extra wisselverbinding om van linkerspoor naar rechterspoor te kunnen komen. Tussen Wd en Hmla werd automatisch blokstelsel voor dubbelenkelspoor geïnstalleerd. Het seinhuis te Hmla bleef tot 1963 in gebruik in verband met het bedienen van de schakelaars voor de bovenleiding.
De bediening ging per 30 september 1990 over naar EBP Utrecht (Elektronische Bedien Post) met als signaleringstableau type SYMO. De bediening en signalering van Ut IV (Utrecht - Nieuwerkerk) zijn in januari 1999 onder EBP/Procesleiding gekomen. De in het seinhuis Woerden ondergebrachte relaisruimte was nog enige tijd nodig voor de fysieke sturing van de seinen en wissels. Het gebouw is in juni 2005 gesloopt ten behoeve van de spooruitbreiding. Foto: Kees van de Meene, 22 december 1994.

Woerden, Post T NX, 17 maart 2004, gezien in de kijkrichting van het station, ruim 9 jaar later dan de vorige foto. Post T was niet meer als seinhuis in gebruik, maar kon vanwege de beveiligingsapparatuur nog niet worden gesloopt. Het spoor uit Leiden, helemaal links, is daarom in een boog om het gebouw aangelegd. In juni 2005 is het gebouw alsnog gesloopt en is het spoor rechtgetrokken. Er hebben verschillende posten van dit type in Nederland gestaan, maar de meeste zijn inmiddels verdwenen. In Nijmegen stond een soortgelijk gebouw en was ook jarenlang een dichtgetimmerde bouwval. Post T in Woerden was nog maar kort in gebruik toen op 8 januari 1962 het grote ongeluk in Harmelen gebeurde. De seinhuiswachter in Woerden zag het ongeluk aankomen op zijn paneel, maar kon niets meer doen. De bediening ging per 30 september 1990 over naar EBP Utrecht. Foto: Nico Spilt. Meer foto’s van Woerden: website Langs de rails, klik hier.

Woerden, 15 mei 1969. Seinhuis post T is hier nog volledig in dienst. De treindienstleider kijkt vanuit zijn hoge post even naar buiten naar de door hem ingestelde rijweg voor de trein. Bijna alles op deze foto bestaat niet meer: het seinhuis, de stellen ELD2 436 + ELD2 438 en de sporensituatie. Trein 1525 (Leiden - Utrecht) rijdt hier in NS huisstijl het proefbedrijf op Utrecht-Leiden. Foto: Bert Stortenbeker (022571d). Zie ook zijn website: http://stortenbeker.eu/.

De herinnering blijft

Mijn persoonlijke herinneringen aan dit spoorwegongeval staan nog helder op mijn netvlies. Toen het ongeval gebeurde, op 8 januari 1962 was ik net een maand eerder 15 jaar geworden. Op die maandag kwam ik in de middagpauze uit school (2e klas RK Jongensschool St. Aloysius MULO) en hoorde toen wat er was gebeurd op de radio. Ik woonde toen in Hilversum en er zouden ook slachtoffers uit mijn woonplaats bij te betreuren zijn. Mijn ouders hadden net televisie en 's avonds waren er de eerste journaalbeelden. Wat ik daar toen op zag was werkelijk schokkend. Het heeft grote indruk op me gemaakt. Als jong en beginnend spoorweghobbyist een aangrijpende gebeurtenis. In feite beschouw ik dat als het startmoment van mijn spoorhobby (met een bizarre aanleiding), want - net als iedereen - wilde ik weten hoe dat kon gebeuren. Ik verzamelde alle krantenberichten. Mijn belangstelling voor het machinistenvak, het seinwezen, de seinstelsels, treindienst- en verkeersleiding werd toen geboren. In latere jaren heb ik heel wat NX-seinhuizen bezocht (Hilversum, Naarden-Bussum, Amersfoort, Rotterdam), want ik wilde alles van dit - toen moderne - systeem weten. Met mijn Hilversumse spoorhobbyvrienden werd er lang en diep over gesproken. De seinstelsels zijn mij nu wel bekend en in mijn latere loopbaan bij NS bij o.a. bij de Dienst Tractie en Materieel en bij Verkeersleiding ben ik nog regelmatig met de materie in contact geweest.

Een monument: wat ging er aan vooraf

Na de uitgave van Fictoors boek in augustus 2008 heeft hij contact gezocht met de regionale omroep RTV Utrecht. Die had wel belangstelling voor het onderwerp en wilde een gesprek organiseren waarbij ook NS aanwezig zou zijn. NS voelde daar toen niets voor en de plannen gingen niet door. NS nodigde Hans Fictoor uit voor een gesprek in Utrecht. Dat resulteerde alleen maar in een verwijzing naar het reeds bestaande Landelijk Monument dat bij Hoofdgebouw III alle (anonieme) treinongeval- slachtoffers herdenkt.
In november 2008 heeft Hans Fictoor weer contact gehad met iemand van RTVU met als resultaat dat men op 7 januari 2009 opnamen van hem heeft gemaakt voor zowel radio als TV die op 8 januari 2009 werden uitgezonden. In februari of maart is er overleg geweest tussen RTVU en burgemeester Schmidt van Woerden over een monument voor Harmelen. De wielerronde van Het Groene Hart van 22 maart 2009 stond daardoor in het teken van een monument voor Harmelen. Ter voorbereiding op deze uitzending is hij op 7 maart 2009 in Harmelen geweest voor opnamen door RTVU. Burgemeester Hans Schmidt was overtuigd geraakt van de wenselijkheid van een monument in Harmelen en verzocht het Dorpsplatform Harmelen e.e.a. uit te werken, waarop Ed Janson, voorzitter van het platform, aan het werk toog.

Begin 2008 kwam ik in contact met Hans Fictoor, zoon van de omgekomen machinist Pieter Fictoor. Deze was op zoek naar informatie over de vakbond St. Rafael om in contact met nabestaanden te komen en deed ook via internet een oproep. Begin 2008 was hij nog aan het schrijven voor zijn boek, dat hij als een persoonlijk monument voor zijn omgekomen vader wilde uitgeven. Via mijn website kregen we contact en wisselden wat informaties uit. Nico Spilt (website Langs de Rails) en Cor de Rijke (website Feijenoordse meesters) werden ook geïnformeerd en we besloten gezamenlijk op onze websites aandacht te besteden aan het boek van Hans Fictoor en de latere plannen voor een op te richten monument en alle krantenberichten die daarover verschenen. We waren allemaal gedreven door de gedachte, dat een dergelijke treinramp, ook na 50 jaar, niet in het historisch besef verloren zou mogen gaan.

De aandacht voor het boek leidde ertoe, dat er al een boek verkocht was, nog voor het was gedrukt….

Pieter Fictoor (Rotterdam, 18 november 1920) was machinist bij de spoorwegen en is in 1962 bij de treinramp te Harmelen om het leven gekomen. Bij deze ramp zijn 93 mensen omgekomen en vielen 54 gewonden. Zijn zoon Hans schreef er een boek over. Het boek heeft ISBN nr. 978-90-8834-519-7 en is rechtstreeks bij hem te bestellen via e-mail: h.fictoor@hetnet.nl

Het boek beschrijft niet alleen de feitelijke toedracht van de ramp en de volledige dodenlijst, maar is vooral ook een weergave van wat zich in de 5 dagen van 8 tot 12 januari in een gezin afspeelt wanneer een dierbare bij de ramp is omgekomen en hoe met nabestaanden in die tijd werd omgegaan. Het geeft daarnaast een beschrijving van de omstandigheden van het gezin, de ouders en grootouders van vlak na de oorlog tot het moment van het ongeval en schetst daarmee tevens een tijdsbeeld van toen. Daarmee is het boek ook autobiografisch te noemen. Het bevat tal van foto's en documenten. Het urenbriefje van machinist Fictoor, dat normaliter na afloop van de dienst ingeleverd had moeten worden op zijn standplaats. En zijn dienstkaartje: Dienst 3 ET (elektrische tractie) op maandag 8 januari 1962, depot/station Rotterdam CS, aanvang dienst om 05.40 uur, einde dienst om 13.52, met onder andere het rijden van trein 464 Rotterdam - Amsterdam, vertrek om 08.44 uur, aankomst om 09.50 uur (pagina 14) en met trein 469 weer terug naar Rotterdam, een slagje Amsterdam dus. Om 09.19 uur komt hieraan een abrupt einde. Hans Fictoor (Rotterdam 1943) is dan 18 jaar oud. Hij heeft 40 jaar gewerkt bij een bouwbedrijf, waar hij 13 jaar voorzitter is geweest van de Centrale- en Europese Ondernemingsraad. De zwarte bladzijden uit zijn leven liggen voor altijd vast.

Dorpsplatform Harmelen: van boek naar monument

Het boek van Hans Fictoor werd voor het eerst in augustus 2008 uitgegeven. Voor de uitgave bleek grote belangstelling te bestaan en vooral uit onverwachte hoek.
Hij kwam met veel mensen in contact, zelfs met mensen die bij de beredding van de verongelukte treinen hadden geholpen. Via de Stichts Hollandse Historische Vereniging (SHHV) kwam de hernieuwde aandacht voor de treinramp terecht bij het Dorpsplatform Harmelen, waarvan Ed Janson weer de voorzitter is. Deze op zijn beurt had weer contacten met de Gemeente Woerden en nam contact op met burgemeester Mr. H.W. Schmidt. De burgemeester, warm pleitbezorger en drijvende kracht en motor achter een op te richten monument vroeg het Dorpsplatform het idee verder uit te werken. De tijd was er nu blijkbaar wèl rijp voor, want een eerder plan, 10 jaar geleden mislukte. Harmelen was toen nog een zelfstandige gemeente en Woerden voelde toen niets voor een monument.
Eind september 2009 werd een werkgroep geformeerd, bestaande uit de voorzitter van de Stichts Hollandse Historische Vereniging afd. Harmelen, iemand van de gemeente, iemand van NS en ProRail en de voorzitter van het Dorpsplatform zelf, Ed Janson.

Uiteindelijk lag hiermee toch de weg open om te komen tot een fysiek monument, op gepaste afstand van de plaats des onheils. Samen met de gemeente zocht men naar een geschikt stukje gemeentegrond wat werd gevonden nabij het spoorviaduct de Putkop, op een paar honderd meter van de rampplek, de vroegere gelijkvloerse spoorwegovergang.

Er was een Woerdense kunstenaar, Taeke de Jong, beschikbaar en er werd gezamenlijk besloten de namen van de slachtoffers op het monument op te nemen met de gedachte de slachtoffers uit de anonimiteit te willen halen.

De NS stond aanvankelijk afwijzend tegen een monument langs de spoorbaan en wees op het al bestaande monument bij haar hoofdgebouw in Utrecht, dat speciaal als herdenkingsplaats voor alle nabestaanden van spoorwegongevallen is gecreëerd. Maar de ontwikkelingen gingen snel.
Alle partijen werden het erover eens, dat een monument recht zal doen aan de slachtoffers en nabestaanden. De kunstenaar toog aan het werk en Ed Janson schreef een boek met de titel “De treinramp bij Harmelen 1962”. Er werden sponsoren gevonden (NS, Provinciale Waterstaat van Utrecht, Rabobank Rijn en Veenstromen, het VSB-Fonds Woerden, ProRail en plaatselijke aannemers) en ….ook wel héél belangrijk: de media kregen aandacht en berichtten er regelmatig over. Er werd een datum gekozen voor de onthulling van het monument: zondag 8 januari 2012, exact 50 jaar na dato.

Op dinsdag 11 oktober 2011 werd op het Gemeentehuis van Woerden het eerste exemplaar van het boek “De treinramp bij Harmelen 1962” overhandigd aan de burgemeester, Mr. H.W. Schmidt. De herinnering aan de treinramp van 8 januari 1962 leeft nog altijd. Dat bleek uit de belangstelling voor de herdenking die nu, na 50 jaar, eindelijk een feit wordt met de onthulling van een monument op 8 januari 2012. Hierop vooruitlopend is het boek gepresenteerd aan de pers. Het boek is geschreven door Ed Janson, voorzitter van het Dorpsplatform Harmelen. Het boek probeert een compleet overzicht te geven van wat er toen, die fatale dag op 8 januari 1962 bij Harmelen gebeurde waarbij 93 slachtoffers te betreuren waren. Het boek zal via de boekwinkels te koop zijn voor € 15,--. Kijk ook op de website Woerden Dichtbij, klik hier. Het ISBN-nummer is 9789491229046. Het boek bevat een reconstructie, met veel niet eerder vertoonde foto's.
Sponsoren van het monument zijn: NS,
Provinciale Waterstaat van Utrecht, Rabobank Rijn en Veenstromen, het VSB-Fonds Woerden, ProRail en plaatselijke aannemers.
Voor slachtoffers en nabestaanden van bij railongevallen omgekomen mensen bestaat het Landelijk Monument Spoorwegongevallen in Utrecht (thema op website Nico Spilt, Langs de rails, klik hier.



Bron: Algemeen Dagblad, editie Het Groene Hart, 29 november 2010


Bron: Algemeen Dagblad, editie Het Groene Hart, 27 augustus 2011


Bron: Algemeen Dagblad, editie Het Groene Hart, 10 november 2011.

Zondag 8 januari 2012

Op uitnodiging van de Gemeente Woerden was ik bij de herdenking en de onthulling van het monument aanwezig. Al vroeg op deze zondagmorgen reed ik naar Harmelen vanwege de te verwachte grote toeloop van belangstellenden. Vooraf was aangekondigd, dat voor een aantal genodigden en direct betrokkenen voorafgaand een ontvangst plaats zou vinden in het voormalig restaurant De Putkop aan de Leidsestraatweg in Harmelen (tegenwoordig Het Wokpaleis). Uiteindelijk bleek iedereen welkom en de schatting is dat zo’n 500 mensen de onthulling en/of de bijeenkomst hebben bijgewoond. Onder de gasten waren ook president-directeur de heer Bert Meerstadt van NS, president-directeur van ProRail, mevrouw Marion Gout-Van Sinderen en de Commissaris van de Koningin van Utrecht, de heer Roel Robbertsen aanwezig.

Burgemeester Schmidt verwelkomde in zijn openingstoespraak alle belangstellenden. Prof. mr. Pieter van Vollenhoven, oud voorzitter van de Spoorwegongevallenraad en later de Raad voor de Transportveiligheid hield in zijn toespraak een gloedvol betoog over de veiligheid op het spoor en de toegenomen professionalisering van de slachtofferhulp (per 1 februari 2005 is de raad opgevolgd door de Onderzoeksraad voor Veiligheid). Ook noemde hij nog eens nadrukkelijk de beperkingen van het ATB-systeem, in het bijzonder in het lage snelheidsgebied van 40 km. “Laat dit monument een spiegel zijn, want er moet iets veranderen op het spoor”, stelde Van Vollenhoven. Hij noemde de bijeenkomst van vandaag een spiegel die we ons voorhouden om beter met veiligheid om te gaan. Hij was bijzonder blij met de initiatieven voor een herdenking en monument. “Dit monument is een voortreffelijk initiatief. Ik hoop, dat het een spiegel voorhoudt; want het spoorsysteem is verouderd en rood-lichtpassages zoals toen, komen nog altijd voor. Daar moet iets aan veranderen”, zei Pieter van Vollenhoven. En passant noemde hij de rood-lichtpassages (STS, door stoptonend sein rijden) in het recentere verleden, zoals in Eindhoven (1992), Dordrecht (1999), Amsterdam (2004) en Barendrecht (2009) met grote gevolgen voor reizigers en goederen en de nog altijd veel te hoge score STS’en in het (dagelijkse) treinverkeer. Meerdere keren heeft hij de Spoorwegen, de Minister en de politiek dringend gewezen om het systeem uit de jaren vijftig (...) te vernieuwen of te vervangen. "En ongevallen waarvan de oorzaak bekend is, zou je niet meer hoeven te onderzoeken" (....). Op diverse emplacementen is nadien een aantal seinen extra beveiligd (ATB+), maar Europese regelgeving en afstemming traineert de invoering van een volledig nieuw systeem op het bestaande net, zo zei hij. Van Vollenhoven oogstte applaus met zijn toespraak.

Voorzitter Ed Janson van het Dorpsplatform belichtte het belang van een blijvende herinnering aan een trieste gebeurtenis. Er zijn veel nabestaanden voor wie dit moment een belangrijke fase in hun leven kan ondersteunen en mogelijk afsluiten.

Daarna werd het monument onthuld met het wegnemen van een doek dat over het beeldzuiltje was gehangen. Met een bloemenhulde en een kort stiltemoment werd deze gebeurtenis afgesloten, terwijl de treinen op de hoofdbaan op het traject achter de geluidswal ter hoogte van het monument uit respect er even voor stilhielden. In het restaurant wordt nagepraat. Worden contacten gelegd, adressen uitgewisseld. Op beeldschermen worden historische journaalbeelden vertoond. Na vijftig jaar is dit grootste treinongeval in de Nederlandse geschiedenis op gepaste wijze blijvend gemarkeerd.

Ik sprak een man uit Assen die reiziger was in trein 164; hij toonde mij zijn bruine, kartonnen 2e klas treinkaartje: Hoogeveen – Rotterdam, op de achterzijde de datum gestanst: 8 januari 1962. Hij zat op een gelukkige plek in de trein. En een vrouw die nu in Frankrijk woont en speciaal was overgekomen voor de herdenking vanwege een omgekomen familielid. En natuurlijk sprak ik ook Hans Fictoor en zijn vrouw; zijn levenswens is in vervulling gegaan.

De treinramp is nog lang niet vergeten….


De namen van de 93 dodelijke slachtoffers, waaronder de twee machinisten (Fictoor en Van der Leer) staan vermeld op de twee granieten platen. Op deze platen blijken helaas diverse fouten te staan. Kroesen moet zijn Kroezen. Van de Vegt moet zijn Van der Vegt. Roos moet zijn Roes; zijn geboortedatum moet zijn 3 februari 1922. De geboortedatum van Kwakman moet zijn 24 maart 1908. Achter Zeegers moet een m (man) staan. Dit had zorgvuldig vooraf onderzocht en geverifieerd moeten worden. De gegevens zijn overgenomen uit het officiële politierapport uit 1962, waar dus kennelijk slordigheden in staan. De naam Roes staat echter wel goed op de dodenlijst en is dus door het comité verkeerd overgenomen. In het boek van Ed Janson staan dezelfde fouten en bovendien een verkeerde geboortedatum achter Fictoor. Het comité onderzoekt of de fouten op de granieten platen kunnen worden gecorrigeerd. Klik hier voor meer nieuws. De foute namen op het monument zijn in de loop van maart 2012 hersteld. Zowel de regionale omroep RTV Utrecht als het Nieuwsblad voor Vecht-, Amstel- en Rijnstreek (VAR) besteedden daar aandacht aan. Klik hier en hier.

De huidige situatie bij Harmelen (De Putkop) na de sporenuitbreiding. In het midden van de foto kruist de Leidsestraatweg (N198) het spoortracé met een tunnel. Rechts hiervan lag vroeger de gelijkvloerse overweg. Het monument staat in het talud van de tunnel, naast het fietspad, bij het voormalige restaurant De Putkop (nu Wokpaleis). Bron: Google Maps. Voor wie per openbaar vervoer wil gaan kijken, de plek is makkelijk te bereiken per bus lijn 128 van Connexxion vanuit Woerden en Utrecht en heeft ter plaatse een bushalte.

Bronnen, referenties, weblinks en media

In de media en op tal van websites is veel aandacht besteed aan de treinramp. Een overzicht (voorlopige, niet complete en willekeurige selectie):

Historie Harmelen en De Putkop

  • Stichts-Hollandse Historische Vereniging: de SHHV belicht diverse historische beschrijvingen en bezienswaardigheden met veel beeldmateriaal van het oude Harmelen en De Putcop. Klik hier voor diverse thema's en klik hier voor spoorweghistorie.